Soms is het onbegrijpelijk waarom de ene band wereldwijde faam verwerft en de andere in relatieve obscuriteit verkeert. Aan de kwaliteit ligt het niet altijd, het lijkt vaak gewoon een kwestie van toeval. Neem nu het Duitse Desaster, dat ik ooit heb horen omschrijven als “je favoriete thrash-band waar je nog nooit van gehoord hebt”. Buiten de kringen van de kenners van de Duitse thrash-scene is Desaster vrijwel onbekend. Maar als je naar hun platen luistert is het eigenlijk een raadsel waarom de band niet minstens zo bekend is als grote broers als Kreator, Sodom of Destruction.
Desaster brengt al sinds de debuutlangspeler A Touch Of Medieval Darkness uit 1996 de ene na de andere goede plaat uit in de typische Teutoonse stijl: hard en snel, ruig en intens, technisch zeer vaardig. Sataniacs hese snauw past perfect bij de oldschool sound en het snuifje black metal dat regelmatig in de riffs kruipt, maakt dat de band zich onderscheidt van het gros van de concurrentie. En toch wil het maar niet vlotten met die bekendheid.
De blackmetalinvloeden zijn door de jaren heen wel steeds uitgesprokener geworden, wat wellicht niet elke thrash-fan is bevallen. De recentste langspeler, Churches Without Saints (2021), kan met recht blackened thrash genoemd worden, waarbij in een aantal van de songs zelfs de pure black metal overheerst. Nu hoeft dat geen nadeel te zijn (zeker niet gezien de populariteit van blackened thrash de laatste jaren) en dat is het in dit geval ook niet.
Churches Without Saints is in mijn ogen Desasters beste plaat. De fusie tussen black en thrash staat op een hoog niveau. De band voelt zich duidelijk thuis in beide genres en beweegt moeiteloos heen en weer tussen beide stijlen, zonder dat de rauwe en intense thrash-vibe verloren gaat. Daarbij komt dat de no-nonsense, riff-centrische stijl van de band, zonder technische hoogstandjes of andere muzikale frivoliteiten, de songs strak en intens houdt.
Op de nieuwe plaat Kill All Idols wordt de beweging richting black metal voortgezet. De openingstrack Great Repulsive Force begint furieus, in de fusiestijl die we inmiddels kennen van Desaster. De zwartgeblakerde thrash-riffs klinken zwaar en open tegelijk, waarbij drummer Hont er af en toe een razende blastbeat tegenaan gooit om het ritme verrassend en de intensiteit hoog te houden. Een uitstekend nummer, waarbij opvalt dat de sfeer soms naar de meloblack gaat. Dit horen we ook terug in het hieropvolgende Emanation Of The Profane, dat wederom interessant en afwijkend drumwerk heeft, maar zo op een Mgła-album had kunnen staan.
De mix van stijlen die we horen op Kill All Idols kent meer variatie dan het vorige album, alsof de band op zoek is naar meer contrast en meer dynamiek. Dat is in elk geval gelukt en van eenvormigheid is dan ook geen sprake. Elke track heeft wel iets verrassends. In Ash Cloud Ritual bijvoorbeeld wordt het tempo ineens extreem verlaagd en worden doom en black gemengd in trage, bijna stotterende riffs, waarbij de luisteraar op het einde verrast wordt als het gaspedaal plotsklaps volledig wordt ingetrapt. Kill The Idol is daarentegen een onvervalste, oldschool thrash-stamper, kort, maar uitermate krachtig. Throne Of Ecstacy is het hoogtepunt van het album, een knaller van een nummer dat exemplarisch mag heten voor Desasters fusiestijl.
Desaster is dus blijkbaar nog niet uitgeëxperimenteerd en dat is goed om te horen. Maar experimenteren brengt ook risico’s met zich mee. Het mengen van zoveel stijlen vereist compositorische discipline en vooral een overvloed aan goede ideeën die zich laten vertalen in interessante riffs. En in dat opzicht gaat het niet altijd helemaal goed. In Stellar Remnant en vooral het veel te lange Fathomless Victory hangen de riffs als los zand aan elkaar en ontbreekt er een centraal idee dat de nummers richting geeft. Deze songs zwerven een beetje langs diverse stijlen zonder ergens echt te blijven hangen. De breakdowns en tempowisselingen, die op de rest van de plaat heel effectief gebruikt worden, halen nu het tempo en de intensiteit uit de songs. Ook het instrumentale Idols’ End (Outro) mist richting en reden.
Kill All Idols is kwalitatief gezien een wat onevenwichtiger album dan de voorganger, met een aantal nummers die op zich niet slecht zijn, maar toch de hoge verwachtingen niet kunnen waarmaken. Hierin lijkt de band het slachtoffer van zijn eigen experimenteerlust te zijn. Maar je kunt jezelf afvragen of dat nu eigenlijk wel een probleem is. Want als het dan wél goed gaat, levert het verrassende en soms spectaculaire resultaten op, zoals Throne Of Ecstacy en Great Repulsive Force, die tot de beste songs in Desasters discografie gerekend mogen worden.
Dus wat te zeggen van Kill All Idols? Al met al is het gewoon een prima en bij vlagen zelfs uitstekende plaat. Dat er enkele songs zijn die niet helemaal goed uit de verf zijn gekomen, valt de heren wat mij betreft niet kwalijk te nemen. Zeker niet gezien het feit dat er ook een aantal songs op de plaat staan die tot de hoogtepunten van hun oeuvre gerekend kan worden. Als je geen risico neemt, kun je uiteindelijk ook niet beter worden. Desaster heeft het altijd net even anders gedaan en het is derhalve misschien ook niet verwonderlijk dat ze de grote podia nooit betreden hebben. Dat laat onverlet dat elke thrash-liefhebber deze band zou moeten kennen.
Tracklist:
1. Great Repulsive Force
2. Emanation Of The Profane
3. Towards Oblivion
4. Kill The Idol
5. Ash Cloud Ritual
6. Fathomless Victory
7. Throne Of Ecstasy
8. They Are The Law
9. Stellar Remnant
10. Idols’ End (Outro)