De Franse doommetalgroep Monolithe draait al heel wat jaren mee. Meer dan twee decennia is de groep uit Parijs al actief. In die tijd is de focus van het sextet enigszins verschoven. De oorspronkelijke funeral doom is meer en meer doorontwikkeld tot een smaak- en sfeervolle mengeling van melodieuze doom en death metal. Met het recent verschenen Black Hole District vieren de mannen een jubileum, want het is de tiende langspeler die Monolithe uitbrengt. Het Nederlandse label Hammerheart Records brengt het schijfje op de markt.
Ten tijde van voorganger Kosmodrom (2022) constateerde ik dat de nogal neurotisch toegepaste numerieke randvoorwaarden de band voor het eerst een beetje in de weg beginnen te zitten. Voor degenen die niet bekend zijn met Monolithe: de band is er nogal op gespitst om binnen specifieke mathematische kaders te werken. Drie nummers van elk precies een kwartier bijvoorbeeld, zoals op Zeta Reticuli (2016), of zeven nummers van elk precies zeven minuten, zoals op Nebula Septem (2018). Kosmodrom bestaat uit twee nummers van exact tien minuten, twee van exact tien minuten en dertig seconden en één epos van precies zesentwintig minuten. Binnen zulke kaders kan het lastig componeren zijn, wat ook wel blijkt uit enkele passages nodeloos gefröbel, die vooral als tijdsvulling bestemd lijken.
De mannen kunnen het echter niet laten om zichzelf uit te dagen. Ook op Black Hole District wordt weer een specifieke formule toegepast. Tien nummers, waarvan er vijf precies tien minuten duren en vijf precies één minuut klokken. In muzikaal opzicht is er wel degelijk het een en ander veranderd. Zo is de sound van Monolithe veel cinematischer geworden. Black Hole District lijkt zelfs wel als soundtrack voor een cyberpunkachtige blockbuster à la Blade Runner te zijn gecomponeerd. Dat komt niet alleen door de instrumentale intermezzo’s, die ondanks hun korte lengte verrassend veel detail bevatten, maar met name ook door de opmerkelijke toevoeging van spokenwordpassages die het narratief van de plaat ondersteunen. Het vraagt enige gewenning, want ze kunnen wat al te gekunsteld overkomen, maar uiteindelijk blijken die passages toch best goed te werken, vooral omdat ze niet té overheersend zijn.
Gelukkig daagt Monolithe zichzelf ook in compositorisch opzicht uit. De composities zijn namelijk stuk voor stuk vloeiend en lopen op natuurlijke wijze in elkaar over. Er gebeurt bovendien van alles. Zo combineert opener Sentience Amidst The Lights tribale drumritmes met etherisch toetsenwerk, terwijl de plechtstatige gitaarmelodieën van Benoît Blin en Sylvain Bégot loom en verleidelijk om elkaar heen kronkelen. To Wander The Labyrinth blijft eveneens moeiteloos boeien dankzij de sterke riffs, terwijl de vocale afwisseling tussen diepe grunts en zalvende, cleane zang het nummer extra rijkheid geeft. Het hoogtepunt van het album is Unveiling The Illusion, dat begint met stevige, naar death metal neigende riffs, maar in het tweede gedeelte op fraaie wijze gas terugneemt door middel van akoestisch gitaarwerk, melodieuze leads en sterke, cleane zang. Nieuwe toetsenist Axel Hurard geeft hier bovendien zijn visitekaartje af met een breder scala aan bijna sciencefiction-achtige klanken.
Zo is Black Hole District het meest dynamische en diverse werkstuk van de Fransen tot nu toe. De traditionele doom/death metal van de band, waarin raakvlakken met bijvoorbeeld Swallow The Sun en Draconian dicht aan de oppervlakte liggen, wordt op dit album op natuurlijke wijze verrijkt met soundtrack-passages, progressieve elementen en zelfs wat traditionele metalinvloeden in het gitaarwerk. In precies vijfenvijftig minuten neemt Monolithe ons mee op een uitermate boeiende reis naar een dystopische wereld.
Tracklist:
1. They Wake Up At Dusk
2. Sentience Amidst The Lights
3. Elusive Whispers
4. To Wander The Labyrinth
5. Suspicion
6. Unveiling The Illusion
7. Benefit Or Hazard
8. On The Run To Nowhere
9. Moonfall
10. Those Moments Lost In Time