Giants & Monsters is de tweede plaat sinds de reünie. Voelt deze anders dan het vorige album?
Toen Kai en Michael terugkwamen, moesten we eerst een band worden. Als je eenmaal een tour en een album gedaan hebt, ben je naar elkaar toegegroeid. Dat is bij ons dus zeker gebeurd. We hebben getourd, we hebben daarna een album gemaakt en daardoor zijn we elkaar meer gaan vertrouwen. Ik bedoel dat het nu vertrouwd voelt. Daardoor zijn we tot een beter resultaat gekomen. We zijn nu echt een band. Voorheen voelde het wel als een band, maar meer als een beginnende band. Twee mannen kwamen terug, maar ze hadden dus vele jaren aan Helloween gemist. Ze moesten dus hun weg weer vinden binnen de band. Ook hoe we met elkaar communiceren moeten we dan leren. Zeker op het creatieve vlak. Dat is binnen een band net als in andere situaties. Als er bij een sportteam nieuwe spelers komen, moet iedereen ook aan elkaar wennen, leren hoe de anderen werken en binnen het team vallen. Dat was bij ons niet anders. Maar nu we dus die periode doorgekomen zijn, merken we dat we nu echt een band zijn geworden.
Was jij bang dat je je baan zou verliezen toen de reünie ter sprake kwam, dus dat Kai terug zou komen en jouw plaats zou innemen?
Nee, daar was nooit sprake van. We hebben al vaker met Kai getourd en dat klikte altijd. Ik ken hem al heel lang, nog van toen we met Freedom Call begonnen. Onze drummer van toen, Dan Zimmermann, zat ook in Gamma Ray dus we oefenden in Kai z'n studio. Maar met Helloween hebben we samen met Kai en Gamma Ray getourd, bijna twintig jaar geleden denk ik. Toen begonnen we al te praten over een reünie. We wisten toen nog niet of Michael Kiske ook mee zou doen, maar de gesprekken over een reünie waren er dus al heel lang. Maar Weiki [gitarist Michael Weikath] en Markus [Grosskopf, bassist] zeiden meteen al dat het dan de bestaande band moest zijn, aangevuld met Kai en Michael.
Door naar het nieuwe album. Wanneer begon het allemaal?
Eigenlijk zodra we begin vorig jaar klaar waren met touren begonnen we al te schrijven. We hebben heel even pauze genomen, maar zo rond maart of april ginen we al ideeën verzamelen. In september zijn we echt aan de opnames begonnen.
Ik las dat jullie het album in diverse studio's hebben opgenomen, maar ook thuis. Moet je eigenlijk nog wel naar een studio?
Tegenwoordig hoeft dat niet, want de techniek is zo ver gevorderd dat je vrij makkelijk kan opnemen. Tevens maken we allemaal al zo lang muziek dat we thuis allemaal een studiootje hebben. Technisch gezien zouden we allemaal alles thuis op kunnen nemen en natuurlijk nemen we soms thuis wel eens een gitaarsolo op terwijl een aantal anderen in de 'echte' studio zitten om bijvoorbeeld de zangers op te nemen. Maar ook om tijd te besparen nemen we dingen tegelijk op. Dan had ik in Zuid-Duitsland wat gitaarpartijen opgenomen met Charlie [Bauerfeind, producer] en vervolgens ging hij aan het werk met de zangers, terwijl ik daarna naar Tenerife ging om daar in een studio nog wat andere gitaarpartijen in te spelen. Maar we deden ook wat dingetjes thuis. Ik heb bijvoorbeeld een grote synthesizerverzameling die ik niet overal mee naar toe kan meenemen. Dus dan neem ik daar thuis mee op. Ik heb ook niet constant een producer nodig om honderd opnames van gitaarsolo's te beluisteren terwijl ik aan het proberen ben wat ik wil doen. Maar we hebben soms ook meerdere versies van nummers. Dan moeten we wel samen met een producer eruitkomen wat het eindresultaat wordt.
Zitten er veel synths op het album?
Wel wat. Ik neem die soms op, maar de meeste zijn door Matthias Ulmer gedaan. We werken al jaren met hem. In de nummers die ik geschreven heb, heb ik meestal ook de synths ingespeeld.
Het album heet Giants & Monsters en ik zie wel een patroon in de nummers. Het heeft wel wat spiritueels. Wie is de religieuze persoon binnen de band?
Ik weet niet of we het op die manier moeten opvatten. Neem nu Hand Of God. Natuurlijk staat er 'God' in de titel dus dan klinkt het al snel erg christelijk, maar het is meer een metafoor. Het gaat eigenlijk meer over de dood in het algemeen. Als je op het einde van je leven bent en gaat reflecteren. Hoe heb je je gedragen? Of als je christen bent: is er een hand die ik kan grijpen om me te redden? Zelf ben ik niet echt religieus. Ik zou denk ik dichterbij het boeddhisme zitten dan bij het christendom.
Je zei net dat er soms meerdere versies van nummers zijn. Hoe moet ik dat voor me zien?
We hebben soms een versie waarop Michael zingt en een versie waarop Andy [Deris] zingt. Dan moeten we kiezen welke we gebruiken. Of neem nu Into The Sun. We hebben iets van drie verschillende versies omdat we die nog epischer gemaakt hebben. Maar we hebben ook een versie die ik dan 'Scorpionesque' noem, wat dan meer een solide metalballad is met meer een rock-achtige vibe. Een ander voorbeeld is Universe (Gravity For Hearts). Daar zit een soort opera-stuk in het midden. Eerst was dat allemaal door Michael ingezongen. Maar toen kwam Kai met het idee om daar ook te zingen.
Ik zie jouw naam achter twee songs staan. Schrijf je met een zanger in gedachten?
Ja. Voor Universe had ik gelijk Michael Kiske in m'n hoofd. Het nummer heeft zo'n klassieke inslag dat ik gelijk aan hem dacht. En ik ken hem nu al vrij lang dus als ik de demo's inzing - ja dat doe ik zelf - dan probeer ik het altijd te zingen zoals hij dat zou doen. Hand Of God heb ik ook geschreven en is echt een nummer dat perfect is voor Andy.
Een van de meest catchy songs is Welcome To Tokyo. Dat is een soort liefdesverklaring aan Tokio, zo te horen.
Dat is het inderdaad, haha.
Jullie hebben daar een paar jaar geleden ook een liveplaat opgenomen.
Klopt. We speelden daar in Budokan. Dat was een prachtig moment voor ons. In Azië maar vooral in Japan worden we altijd zo goed ontvangen, dus we vinden het super om daar te spelen. Ze zijn zo respectvol en hebben ons altijd gesteund, door dik en dun. Andy is volgens mij ook wel verliefd op Japan, dus daarom heeft hij dat nummer geschreven.
Het album heet Live At Budokan. Toen ik dat voor het eerst las, dacht ik: konden ze geen originelere titel verzinnen?
Daar heb je helemaal gelijk in. Maar je moet het ook van onze kant bekijken. Als muzikant is optreden in Budokan echt een mijlpaal. Als je daar dan ook nog een livealbum opneemt, is het helemaal te gek. Maar je hebt wel gelijk, vanuit creatief oogpunt is de titel niet origineel, maar als band - en zeker als Europese band - heb je wel wat bereikt als je daar staat. En omdat er veel legendarische livealbums zijn die zo heten, vonden we het een eer om die van ons ook zo te noemen.
Wanneer ben jij voor het eerst in Japan geweest?
Dat was toen Weiki en ik voor promotie voor het Rabbit Don't Come Easy-album daarheen mochten. Ik was dat nog niet gewend. Ik zat namelijk nog maar net in de band. Het ging toen allemaal heel snel. We hadden het album opgenomen en toen het tijd was voor de foto's dacht ik pas: o, blijkbaar zit ik in de band. En toen ging ik ineens op een promotrip naar Japan met Michael. Dat was wel indrukwekkend, want bij Freedom Call had ik zoiets nog nooit meegemaakt.
Ga je daar dan ook nog op jacht naar Japanse versies van je albums?
Als we op tour zijn gaan Dani [Löble, drums] en ik wel eens op vinyljacht. Dan komen we natuurlijk bij de metalsectie en zien we ook onze eigen albums. Dan zien we soms een plaat waarvan je bijna vergeten was dat je die had opgenomen. Dat is altijd wel tof om dan tegen te komen.
Luister je wel eens naar je eigen albums?
Nee, ik kan dat niet. Ik ben er zo nauw mee verbonden, dat ik eigenlijk nooit tevreden ben. Ik ben nu blij met de nieuwe plaat en dat we die als band hebben opgenomen, maar ook dat we het voorrecht hebben dat we er lang aan kunnen werken. Maar ik kan het album niet luisteren. Als ik dat doe, hoor ik steeds dingetjes die ik toch nog zou willen veranderen. Maar sommige artiesten, en daar ben ik er een van, lijden af en toe wel aan bedriegerssyndroom. Dat je eigenlijk niet kan geloven dat wat we doen, echt is. Waarom ben ik hier? Waar heb ik dit aan verdiend?
Heb je dat na al die jaren nog?
Ja. Hoe ouder ik word, hoe meer ik het heb. Als je jong bent, ben je moedig en heb je een grote mond. Zeker als man met al die testosteron. Maar hoe ouder ik word, hoe nederiger ik word. Als je jong bent, denk je niet na en wil je het gewoon doen. Dan denk je dat je het wel verdient. Maar nu ik ouder word, weet ik dat ik het niet voor lief moet nemen. Maar het blijft ongelofelijk dat we soms voor bijvoorbeeld twaalfduizend man in Colombia staan te spelen. Of in Budokan, waar we het net over hadden.
Ik kan me voorstellen dat je eerste keer op Wacken Open Air ook wel bijzonder was.
Mijn eerste keer op Wacken was wel interessant. Ik zat toen nog in een andere band en we speelden ergens begin de middag. Bovendien was Wacken toen nog een stuk kleiner, want het was eind jaren 90. Dat was wel wat anders dan toen we daar de eerste keer met de Pumpkins United-show stonden.
Daar was ik toen bij in 2018. Dat was geweldig. Net als de show in Tilburg dat jaar. En over Tilburg gesproken: jullie komen daar in oktober weer en die show is uitverkocht.
Ja, dat wordt leuk. Die show was al uitverkocht nog voordat we het album hadden aangekondigd. Als je ziet hoe moeilijk het tegenwoordig is voor beginnende bands, mogen wij ons gelukkig prijzen dat we zulke shows mogen spelen. Ik ben bijna bang dat het een keer gaat eindigen.
Wat kunnen we op deze tour verwachten?
De veertigste verjaardag van Helloween komt eraan, dus dan is het lastig om de setlist te bepalen want we hebben veel albums om uit te kiezen. We kunnen geen vier uur spelen en er zijn ook nummers die we wel moeten spelen want men verwacht dat we die spelen. En we moeten nieuwe liedjes spelen, dus dan blijft er nog minder plek over voor andere nummers.
Stel dat je er maar één van de nieuwe plaat kan spelen, welke zou dat zijn?
Dat is lastig kiezen. Ook omdat er shows binnen zijn, maar ook festivalshows. Dan moet je een track hebben die in beide werkt. Ik denk dat A Little Is A Little Too Much het in beide situaties goed gaat doen. We hebben oude songs als Halloween en Keeper Of The Seven Keys die erg technisch en veeleisend zijn, dus dan is het lekker om een goede hardrocksong erin te hebben. Andy schrijft echt lekkere hardrocksongs. Dat is zo'n liedje dat gewoon leuk is om te spelen.
Het is ook zo'n opbeurend nummer. Op de vorige plaat hadden jullie er ook een, Best Time.
Die is ook tof, inderdaad. Ze zijn erg leuk om te spelen.
Is er ook een ouder nummer van toen jij nog niet in de band zat, die je dolgraag live zou willen spelen maar wat je tot dusver niet gedaan hebt?
Push, van het album Better Than Raw. Ik zeur al jaren of we die eens in de setlist kunnen opnemen. En ik weet dat Weiki niet zo dol is op het The Dark Ride-album, maar ik zou dolgraag een song als The Departed (Sun Is Going Down) eens spelen. The Dark Ride zit echt in de donkere hoeken van onze discografie. Het was het laatste album voordat ik bij de band kwam. Toen ik het telefoontje kreeg of ik naar Helloween wilde komen, ben ik eens gaan kijken wat ze nou allemaal gedaan hadden. Ik was de laatste albums namelijk wel wat uit het oog verloren, maar ik werd echt verrast door The Dark Ride. Het mag dan geen klassiek Helloween-album zijn, maar er staan wel pareltjes op.
Voor mij is dat het begin van 'het nieuwere Helloween.'
Precies. Het gaf de band meer mogelijkheden qua sound. Ik denk dat we met Helloween veel gevarieerder kunnen zijn dan diverse collega's in het genre. We kunnen rocksongs maken zonder dat de fans boos worden, maar ook traditionele power metal. Of hele positieve liedjes maar ook erg donkere. Het hoeft niet altijd over regenbogen en draken te gaan in power metal.