De metalcommunity veroudert en de generatiekloof wordt steeds zichtbaarder. Waar luistert de nieuwe generatie metalheads eigenlijk naar?
Lorna Shore behoort momenteel tot de populairste metalbands. De deathcoreformatie uit New Jersey bestaat sinds 2010 en brak in 2021 definitief door met de track To The Hellfire. Met ruim 1,3 miljoen maandelijkse luisteraars op Spotify weet de band bijna evenveel publiek te bereiken als Mastodon, met wie ze bovendien succesvol op tournee gingen. Lorna Shore profiteert sterk van sociale media. Op TikTok en in YouTube-reactievideo's wordt vooral frontman Will Ramos geprezen om zijn indrukwekkende vocale technieken.
Waar veel oudere metalheads zijn opgegroeid met bands als Death en Obituary, ontdekte een jongere generatie rond 1990-2000 juist groepen als Bring Me The Horizon. Uit die periode stamt ook deathcore, een genre dat sinds het begin van de jaren 2000 wordt gezien als de opvolger van death metal en metalcore en deze combineert. Verwacht kenmerkende bouwstenen zoals laaggestemde gitaren, blastbeats, brute vocalen, logge ritmes en zware breakdowns.
I Feel The Everblack Festering Within Me is de vijfde langspeler van Lorna Shore. Met dit album zet de band de muzikale lijn voort die werd ingezet met de doorbraak-ep ...And I Return To Nothingness (2021) en verder werd verdiept op de succesvolle langspeler Pain Remains (2022). Zanger Will Ramos begon in 2020 aanvankelijk als live-vocalist en kreeg in 2021 een vaste plek binnen de band. Zijn komst speelt een cruciale rol in het huidige succes van Lorna Shore. Met To The Hellfire trok de band wereldwijd de aandacht. Zangcoaches en fans vroegen zich massaal af hoe Ramos zulke extreme geluiden wist te produceren. Zijn vocale veelzijdigheid, van zuivere hoge screams tot krankzinnig diepe grunts, growls en pigsqueals, zorgde ervoor dat Lorna Shore in 2021 viraal ging.
Wat luisteraars naast de vocale acrobatiek van Ramos aanspreekt, zijn de loodzware breakdowns en meeslepende orkestraties. Ook op I Feel The Everblack Festering Within Me zijn die volop aanwezig. De composities klinken zelfs verfijnder en het geheel nog zwaarder. Het resultaat is een album dat niet alleen dreunend, extreem en bruut is, maar tegelijk ook cinematisch en episch dankzij de gelaagde, harmonieuze orkestraties.
Met opener Prison Of Flesh zet Lorna Shore direct de toon. Een korte, dreigende intro maakt al snel plaats voor meedogenloos geweld, verrijkt met subtiele orkestraties een koorzang die een krachtig contrast vormen met de muur van blastbeats, razendsnel gitaarwerk en demonische vocalen die als een aardbeving indruk maken. Slimme tempowisselingen en de ondersteunende synths maken de refreinen verrassend meeslepend. Dat werkt ook uitstekend in Oblivion, waarin bovendien duidelijke invloeden van de traditionele death metal doorklinken. Het catchy Unbreakable, met zijn opzwepende en positieve karakter, roept herinneringen op aan de hymne-achtige metalcore van de jaren 2000. Diezelfde epische lading klinkt door in Glenwood, dat opent met toegankelijk gitaarwerk en later verrast met een frisse modulatie van de riffs naar een hogere toonsoort. Lionheart onderscheidt zich op zijn beurt met een intrigerende gitaarsolo van gitarist Adam de Micco en krachtige, metalcore-achtige gang shouts in het refrein.
Waar sommige nummers sterk leunen op de metalcore-invloeden, doen War Machine en A Nameless Hymn qua gitaarwerk meer denken aan death metal. Vooral in War Machine valt het strakke slagwerk van Austin Archey op. Death Can Take Me en Forevermore onderscheiden zich door de prachtige orkestraties van Andrew O ‘Connor, die een symfonische laag toevoegen aan de intense blastbeats. Ook het gitaarwerk komt hier opnieuw goed uit de verf en het verhoogt het luisterplezier. Forevermore blijkt een verrassend epische afsluiter, met mooie zang van een helaas onbekende gastvocaliste. Samen met de cinematische sfeer en een fraaie pianolijn groeit de track uit tot een uitstekende afsluiter.
Lorna Shore heeft zich stevig aan de top van het deathcore-genre gevestigd en claimt die positie terecht met trots. In een bijna oververzadigde scene weet de band zich te onderscheiden en de aandacht vast te houden door simpelweg uistekende muziek te leveren. Het is duidelijk hoorbaar dat de groep blijft evolueren en lessen trekt uit eerdere albums, wat in dit nieuwe werk goed uit de verf komt. Ook de productie verdient lof. Zowel de muziekvideo's als het visuele materiaal ogen indrukwekkend. Daarnaast weet de band jonge metalfans aan zich te binden door actief aanwezig te zijn op sociale media en veel interactie met hun achterban te zoeken.
Tracklist:
1. Prison Of Flesh
2. Oblivion
3. In Darkness
4. Unbreakable
5. Glenwood
6. Lionheart
7. Death Can Take Me
8. War Machine
9. A Nameless Hymn
10. Forevermore