Symfonische, melodieuze black metal is een genre dat na de hoogtijdagen van Emperor, Limbonic Art, Dimmu Borgir en Cradle Of Filth in de jaren negentig en het begin van deze eeuw een tijd lang redelijk is gestagneerd. Hoewel sommige grote namen nog steeds actief zijn (en ook in de herfst van hun carrière nog verdienstelijke werkstukken afleveren), is het lang karig gesteld geweest met de aanwas van nieuwe groepen. Toch lijkt daar gaandeweg verandering in te komen, niet in de minste plaats doordat onze landgenoten van Carach Angren wereldwijd succes oogsten met hun theatrale, bombastische invulling van het genre.
Aan het andere uiteinde van ons land – in Groningen in plaats van Zuid-Limburg – is er bovendien nog een symfonische blackmetalgroep die aardig aan de weg aan het timmeren is. Walg, het project van Robert Koning (alle instrumenten) en Yorick Keijzer (vocalen), bestaat weliswaar pas vier jaar, maar is inmiddels al aan zijn vijfde langspeler toe. En hoewel ik met het duo Koning en Keijzer meer geneigd ben om te denken aan een patserig advocatenkantoor op de Zuidas, beschikken de heren over heel wat muzikaal talent. Ik maak kennis met de muziek van dit gezelschap door middel van het sterke III (2023), maar vooral het vorig jaar verschenen, vierde album blijkt een schot in de roos. Daarop zet Walg in compositorisch opzicht flinke stappen en experimenteert het tweetal zelfs op zeer overtuigende wijze met enkele Arcturus-achtige uitspattingen.
Amper een jaar later ligt er dus alweer een opvolger klaar. Toch voelt V zeker niet als een haastklus. Sterker nog: Walg lijkt wederom de nodige vooruitgang te hebben geboekt, met name als het aankomt op de zelfverzekerdheid in de composities. Dat uit zich in verrassend rijke en diverse nummers en in de zeer veelzijdige en krachtige zang van Keijzer, die moeiteloos schakelt tussen verbeten screams, imposant, suïcidaal gekerm en theatrale, cleane uithalen. Het door zijn dwingende en agressieve karakter aan Carach Angren refererende De Adem Van Het Einde (met een verrassend melodieuze tweede helft) en het met een stuwend ritme en noeste, epische riffs doorspekte Daar Waar Stilte Spreekt (waarin een vleug Thyrfing en Helheim te horen is) behoren tot het beste materiaal dat de band tot nu toe schreef. En in het magistrale Ego-Dood horen we zowel de meest intense als de meest ingetogen kant van Walg tot nu toe.
Zo gebeurt er ontzettend veel in de amper veertig minuten die dit album klokt. De productie is uitstekend en laat de krachtige muziek goed uit de verf komen. De band strooit bovendien meer dan ooit met infectieuze melodielijnen en smaakvolle, donkere arrangementen. Het is bovendien bijzonder knap dat Walg veelzijdiger dan ooit klinkt, maar die diversiteit desondanks weet te kanaliseren in volstrekt vloeiende composities. We trokken de conclusie al vaker, maar deze band verdient echt een internationaal publiek!
Tracklist:
1. De Vlinder En De Dromer
2. De Adem Van Het Einde
3. Het Vlees Vergaat
4. Het Schimmen Dialoog
5. Daar Waar Stilte Spreekt
6. Zielsalleen
7. Het Pijnlichaam
8. Ego-Dood
9. Galgenzucht