Zowel qua titel als qua songlengtes belooft dit album op het eerste gezicht veel moois. Het album lijkt een terugkeer te zijn naar het geniale album V, waarop gevoelige korte nummers werden afgewisseld met een aantal imponerende prog-giganten. Opener The Edge Of The In-Between maakt al direct duidelijk dat mijn verwachtingen niet op het luchtledige zijn gebaseerd. Het nummer laat een herboren Spock’s Beard horen, met een elan dat ik al tijden niet meer heb gehoord. Het nummer rockt, swingt en zit buitengewoon vernuftig in elkaar. Hetzelfde geldt voor het hierop volgende, met fraai trompetwerk gelardeerde The Emperor’s Clothes. Met het instrumentale Kamikaze trekt De Baard zelfs alles uit de kast en grijpt men terug op de progressieve hoogtijdagen van de band.
Het niveau blijft gedurende het hele album ontzettend hoog. Sterker nog: met From The Darkness en Jaws Of Heaven moeten de twee klapstukken nog voorbij komen. Het mooist is echter dat de band weer een enorm frisse, gretige en gedreven indruk maakt. De nummers zitten stuk voor stuk veel beter in elkaar dan op de voorganger Spock’s Beard. Daardoor is één luisterbeurt al voldoende om verslaafd te raken aan dit album, terwijl het vorige album bij mij juist vrij snel in de kast eindigde. Ook komt Nick D’Virgilio op dit album voor het eerst écht goed tot zijn recht. De songs lijken volledig voor zijn stemgeluid geschreven te zijn.
Het heeft dus een aantal jaar geduurd, maar met X bewijst Spock’s Beard voor het eerst dat ze in staat zijn om ook zonder Neal Morse écht goede muziek te maken. Ik zal vanaf nu dan ook ophouden om in nieuwe recensies naar Morse te verwijzen. De band heeft het niet meer nodig. Verplichte kost voor iedere zichzelf respecterende progfanaat.
Tracklist:
1. Edge Of The In-Between
2. The Emperor's Clothes
3. Kamikaze
4. From The Darkness
5. The Quiet House
6. The Man Behind The Curtain
7. Jaws Of Heaven