In een tijdperk waarin zo'n beetje alle subgenres en genrecombinaties uitgeprobeerd lijken, komt er soms een band voorbij die zo'n bijzondere mengeling van stijlen hanteert dat het op voorhand nieuwsgierig maakt. De smeltkroes van death metal met flamenco, zoals de Franse groep Impureza ten gehore brengt, is een voorbeeld dat tot de verbeelding spreekt. Enerzijds lijkt het een curieuze combinatie, maar anderzijds zit er ook een soort logica in waardoor ik geneigd ben me af te vragen hoe het kan dat niet meer bands op dit lumineuze idee zijn gekomen.
Nu is Impureza al meer dan twintig jaar actief, maar desondanks is de groep nooit echt bekend geworden. Wellicht dat daar met Alcázares verandering in komt. Het is de derde langspeler van de groep en de tweede die via Season Of Mist verschijnt, na het in 2017 uitgebrachte La Caída De Tonatiuh. Het is eerlijk gezegd ook mijn eerste kennismaking met de muziek van dit kwartet. De eerste indruk is positief. Want na het dankzij zijn passievolle flamencogetokkel sfeerbepalende intro Verdiales schiet Impureza voortvarend uit de startblokken met het sterke Bajo Las Tizonas De Toledo. Dit nummer combineert technische death metal en flamenco op een uitstekende manier. Het is alsof we naar een mengeling van Allegeaon en Obscura luisteren, aangevuld met enkele clean gezongen passages waarin de flamenco-elementen (inclusief trompetgeschal) de boventoon voeren.
De beste momenten van Alcázares zijn die waar de band deze diverse invloeden zodanig weet te integreren dat ze elkaar versterken. Zoals in het geweldige Pestilencia, waar de stofwolken nog net niet aan ons voorbij waaien tijdens het broeierige openingssalvo (dat een sterke Desperado-vibe heeft), om daarna uit te pakken met vette, technische death metal. En ook in Reconquistar Al-Ándalus schakelt Impureza soepel van complexe death metal naar bijna relaxed gespeelde flamenco. Op andere nummers komt deze combinatie minder tot zijn recht. Zo past de cleane zang in Covadonga minder goed bij de meer traditionele deathmetalaanpak van het nummer. Bovendien valt de band vooral op de tweede helft van het album wel wat in herhaling. Daardoor begint de verwerking van flamenco-invloeden wat gekunsteld te klinken, als een trucje dat steeds op dezelfde manier wordt herhaald (La Orden Del Yelmo Negro, Castigos Eclesiásticos).
Na herhaalde luisterbeurten beginnen ook andere mindere punten zich iets meer op te dringen. Zo zijn de grunts van frontman Esteban Martin aardig, maar ook niet enorm bijzonder. Daarnaast is de taal een struikelblok. De band zingt in het Spaans (vanwege de Iberische achtergrond), maar daardoor is het voor de niet in die taal onderlegde luisteraar lastig om een diepere connectie uit de muziek te halen. Met andere woorden: de muziek weet niet echt te raken, ook omdat de uitvoering nogal klinisch is. Het eindresultaat is dan ook een plaat die weliswaar technisch goed in elkaar zit, en op de beste momenten interessante ideeën laat horen, maar die over de gehele linie ook wat voorspelbaar wordt, ondanks de intrigerende combinatie van stijlen. Is het een straf om Alcázares te beluisteren? Zeker niet. Is de muziek zo gaaf als deze bijzondere stijlmengeling op voorhand zou doen vermoeden? Op dit moment nog niet, maar wie weet wat er voor de band nog in het vat zit.
Tracklist:
1. Verdiales
2. Bajo Las Tizonas De Toledo
3. Covadonga
4. Pestilencia
5. Reconquistar Al-Ándalus
6. Muralias
7. La Orden Del Yelmo Negro
8. Castigos Eclesiásticos
9. El Ejército De Los Fallecidos De Alarcos
10. Ruina Del Alcázar
11. Santa Inquisición


