De liefhebbers van haute cuisine weten dat de gemiddelde chef-kok er veel aan is gelegen om de bezoeker te verrassen met bijzondere combinaties, die de verbeelding prikkelen en de proever uitdagen met niet-alledaagse smaaksensaties. Degenen die – net als ondergetekende – vooral fan zijn van lekker eten zonder al te veel opsmuk, zullen echter betogen dat bepaalde combinaties van smaken juist zo goed werken omdat ze perfect samengaan. Neem bijvoorbeeld een chocoladereep met karamel en zeezout, waar toch geen mens op tegen kan zijn. Of, als we in de sfeer van de desserts blijven hangen: de combinatie van vanille-ijs met slagroom en warme chocoladesaus die we kennen onder de naam dame blanche. Pretentieloos, maar o zo lekker.
“Wat heeft dit alles in een recensie van een metalalbum te zoeken?”, hoor ik u denken. Welnu: we zouden kunnen stellen dat Nite het muzikale equivalent is van een dame blanche. Daarmee bedoel ik dat de specifieke combinatie van stijlen – black metal en heavy metal – dermate goed samengaat dat er onmogelijk weerstand aan te bieden is. Zo staat Cult Of The Serpent Sun vol met gelikte, melodieuze riffs en prima soleerwerk. Tegelijkertijd zorgt het sinistere, zij het ietwat vlakke stemgeluid van de oorspronkelijk uit Griekenland afkomstige frontman en gitarist Vangelis (‘Van’) Labrakis voor een zeer welkome, kille ondertoon. Nite klinkt op de beste momenten alsof Tribulation, Iron Maiden en Dissection zijn samengebracht tot een smaakvol geheel.
Die beste momenten vinden we overigens vooral op de eerste helft van deze plaat. In het titelnummer bijvoorbeeld, dat door zijn pompende ritme en stoere refrein een hoog vuist-in-de-lucht-gehalte heeft. Met name in het zeer energieke Skull en The Last Blade blijkt de muziek van Nite onweerstaanbaar. In deze tracks pookt Nite de heavymetalvlam met verve op tot een woest vuur. De gitaristen strooien moeiteloos met de lekkerste, klassiek klinkende riffs. Hun uitgesponnen soleersessies vol eersteklas twingitaarwerk zullen zelfs de grootste zuurpruim doen grijpen naar de luchtgitaar. Crow (Fear The Night) doet door zijn lekker ‘gloomy’ sfeertje en prachtige, melodieuze leads aan het oudere werk van Ghost denken.
Op momenten dat het tempo echt naar beneden gaat, komt Nite minder goed voor de dag. Het materiaal is nog steeds catchy, maar de nadruk komt te liggen op de mindere elementen in de muziek. Zo benadrukt The Mystic door zijn trage tempo de weliswaar sfeervolle, maar ook wat krachtloze vocalen van Labrakis, terwijl de sterkste aspecten – het geweldige gitaarwerk – ondersneeuwen. Ook Tarmut lijdt daar enigszins onder, hoewel de sterke zanglijnen deze track redden. Gelukkig zijn het uitzonderingen in het geheel. Met een speelduur van iets meer dan vijfendertig minuten zorgt Nite ervoor dat de boog gespannen blijft en de muziek zijn charme blijft behouden. Aan die charme draagt de uitstekende, passende sound (ook door Labrakis verzorgd) overigens ook bij.
Hoewel er natuurlijk altijd restaurants zijn waar de desserts beter smaken, weten we ook dat een dame blanche eigenlijk nooit echt kan tegenvallen. En ook dat is van toepasing op Nite. Cult Of The Serpent Sun is een zeer prettig plaatje, met een aantal oorwurmen die ik keer op keer blijf draaien. Cult Of The Serpent Sun is dan wellicht geen Michelinwaardig gerecht, maar smaakt zeker naar meer.
Tracklist:
1. Cult Of The Serpent Sun
2. Skull
3. Crow (Fear The Night)
4. The Mystic
5. The Last Blade
6. Carry On
7. Tarmut
8. Winds Of Sokar