Als onderdeel van een speciale jubileumtour ter ere van het vijfentwintigjarig bestaan zal de Japanse instrumentale post-rockformatie Mono eind oktober dit jaar een bijzonder optreden geven in TivoliVredenburg. Het kwartet zal dan, compleet met een kamermuziekensemble, het nieuwe album Oath integraal ten gehore brengen. Deze twaalfde full-length – de opvolger van het drie jaar geleden uitgebrachte Pilgrimage For The Soul (2021) – ziet eerder dit jaar het levenslicht. Het zal ongetwijfeld een prachtige performance worden, want iedereen die ook maar enigszins bekend is met de emotionele, cineastische muziek van dit gezelschap weet dat Mono vooral live tot grote hoogten stijgt.
De vraag is echter ook hoe Oath buiten zo’n livecontext klinkt. Op de vorige langspeler horen we een band die op allerlei manieren op zoek is naar nieuwe elementen om zijn sound mee te verrijken en zich te blijven ontwikkelen. Nieuwe invloeden, zoals subtiele experimenten met elektronica en loops, maar ook meer afwisseling tussen de nummers (van zeer minimalistisch en klassiek tot log hakkend postmetalwerk) zorgen ervoor dat Mono blijft intrigeren. Welke weg slaan de Japanners in met Oath? Laat de plaat een verdere diversifiëring horen, of keert de groep rond gitarist Takaakira "Taka" Goto terug naar de emotionele, op de traanklieren werkende tremoloriffs en weldadige crescendo's waarmee Mono furore heeft gemaakt?
Het begin van Oath is in ieder geval ronduit magisch. De eerste drie nummers vormen eigenlijk één samenhangende compositie. Us, Then is ondanks de korte speelduur van amper twee minuten al direct betoverend mooi en staat vol zeer gevoelige, klassieke instrumentatie (blazers en strijkers). Hier straalt de klasse toch wel vanaf hoor! Deze opener loopt naadloos over in het titelnummer, dat middels een monotoon drumritme en luider aanzwellende instrumentatie langzaam culmineert in een korte, maar zeer bevredigende post-rockeruptie, heerlijk garage-achtig en schurend zoals de band vaker laat horen op het latere werk, terwijl de warme klassieke klanken het gitaargeweld als een halo omringen. Met Then, Us keert de kalme introspectie vervolgens weer terug. Alles bij elkaar duurt het drieluik achteneenhalve minuut, maar we hebben er al een enerverende reis op zitten.
Toch is het antwoord op de eerder opgeworpen vraag minder makkelijk te geven dan het op het eerste gehoor lijkt. Ondanks de relatief lange gemiddelde lengte van de nummers (ruim zeven minuten) is Oath zeker geen volledige terugkeer naar het oudere werk. Maar ten opzichte van zijn voorganger is dit album ook minder divers. Mono lijkt op Oath vooral in te zetten op klassieke instrumentatie. Die vormt de basis, terwijl de post-rockelementen ditmaal subtieler zijn. Dat resulteert in enkele prachtige composities. Zo laat Run On horen dat Mono nog steeds groeit op compositorisch vlak. De track bouwt heel voorzichtig op – en komt eigenlijk pas na een minuut of vier op gang – maar dan valt direct op dat de klassieke instrumentatie heel kunstig in de post-rock verwerkt wordt. Het is eigenlijk een heel vredig nummer, dat in perfecte harmonie voorbij trekt. Ook Moonlight Drawing bevat veel kenmerkende ingrediënten die Mono zo goed maken: weemoedige celloklanken, een relatief eenvoudig, maar stuwend drumritme en prachtig, dromerig gitaarwerk.
Helaas is niet alles rozengeur en maneschijn. Vaker dan voorheen kiest Mono ervoor om zijn composities niet te laten ontluiken in luidruchtige gitaarerupties, maar om subtieler te spelen met aanzwellende en vervolgens toch weer terugkrabbelende klassieke instrumentatie. Daardoor is de muziek soms iets te minimalistisch en daardoor saai, ook al klinkt het allemaal zeer verfijnd. Maar met name in het middenstuk, met het achter elkaar geplaatste Reflection, Hear The Wind Sing en Hourglass, begint de relatieve monotonie zich wat te wreken, want hoe mooi ook, de overdaad aan subtiel harmoniërende klanken zonder echte climax wiegt de luisteraar ook wat in slaap.
Met een speelduur van eenenzeventig minuten is Oath eigenlijk iets te lang. Zeker gezien de trage opbouw van sommige nummers had er wel wat gesnoeid mogen worden in het materiaal. Daarnaast is het jammer dat het echt rauwe randje bijna is verdwenen en de band zich vrijwel volledig baadt in weldadig warme, klassieke klanken. Wat resteert is een prachtig luisteralbum, voorzien van een even schone productie, waarbij het voor Mono zo kenmerkende contrast tussen lieflijk en luidruchtig echter wel wat is verdwenen. Het eindresultaat is vooral een ‘mooi’ album, dat echter de emotionele ontlading van het beste werk van de Japanners ontbeert.
Tracklist:
1. Us, Then
2. Oath
3. Then, Us
4. Run On
5. Reflection
6. Hear The Wind Sing
7. Hourglass
8. Moonlight Drawing
9. Holy Winter
10. We All Shine On
11. Time Goes By