Wie Sleepytime Gorilla Museum ook maar enigszins volgt, weet dat frontman Nils Frykdahl ook een prominente rol vervult in Faun Fables en met uitzondering van het eerste album op alle albums zijn bijdragen heeft geleverd. Je zou bijna zeggen dat hij een volwaardig bandlid is, maar hij staat te boek als collaborator.
Als de Californische band met enige vertraging ten tonele verschijnt, is het dan ook Nils die het meeste bijval krijgt. De tekenen van de jaren zijn zichtbaar, zeker nu hij zo zonder schmink en andere opsmuk ten tonele verschijnt, maar laten we ons eerst maar eens onderdompelen in de folk georiënteerde wereld van frontvrouw Dawn McCarthy, die ons - samen met hem en twee van haar dochters - trakteert op een combinatie van traditionele songs, artrock en psychedelica met hier en daar een scheutje Sleepytime Gorilla Museum. Dawn laat ons dan ook weten dat de sounds van beide bands door de jaren heen meer op elkaar is gaan lijken, al zijn haar kompanen het daar niet zonder meer mee eens. Tot grote hilariteit van de zaal.
De songs van de laatste plaat Counterclockwise (2025) van de in 1999 opgerichte band komen daarbij het beste uit de verf. De combinatie van artrock, Europese(!) folk/traditionals en Sleepytime Gorilla Museum-achtige samenzang werkt erg goed. Maar de oudere nummers doen er niet veel voor onder. De wisselingen van posities, instrumenten en hoofd- en bijrollen - er wordt bijvoorbeeld (op)getrommeld, gevioold zonder kloten en ook erg dwars gefloten - geven het geheel extra cachet. Ook de positieve houding en beleving tijdens de songs kan op bijval rekenen. Een en ander is - zo mogelijk - voorzien van bijpassende gebaren en/of choreografiën en dat draagt bij aan de geloofwaardigheid. Echte artiesten! Ook de nummers waarin Sleepytime Gorilla Museum-lid Carla Kihlstedt ten tonele verschijnt worden enthousiast ontvangen. Het enige smetje is wellicht dat het optreden wel wat lang duurt. Dat wordt gecompenseerd door het afscheidsnummer Carousel With Madonnas - een cover van de Poolse Ewa Demarczyk - dat met de hele Sleepytime Gorilla Museum-line up gespeeld wordt. Een perfecte overgang.
Want dan is het tijd voor Sleepytime Gorilla Museum. Eindelijk, na vijftien jaar en een lange show van het voorprogramma staat menigeen te trappelen dan wel te stuiteren van verlangen, enthousiasme en anticipatie. Dat geduld wordt nog eens extra op de proef gesteld door het overmatig trage openingsnummer The Companions waar de band doorgaans mee opent. Uitgedost in de meest merkwaardige, half-macabere outfits weet de band weer een uitermate bizar, pseudo-post-apocalyptisch tafereel neer te zetten in de traditie die Dada ruim een eeuw geleden in gang zette. Het mag dan vijftien jaar geleden zijn dat de excentriekelingen hier speelden, maar dit is nou typisch zo'n geval van de vos die wel zijn haren verliest, maar niet... U snapt 'm. Vol gas, met een bijpassende lichtshow en uitermate goed geluid als basis, is het bal.
Wat volgt is een bloemlezing van de slechts vier albums die het cabareteske consortium in zijn 26-jarige carrière op ons stervelingen heeft losgelaten. Daarbij ligt - tot tevredenheid van de meerderheid in de zaal - de nadruk op de eerste drie platen, maar met Salamander In Two Worlds en El Evil (vergezeld van Faun Fables-bandleden) krijgt ook het vorig jaar verschenen Of The Last Human Being de aandacht die het verdient.
Het zijn echter publieksfavorieten zoals Phtisis en Angle Of Repose, waarin Carla de hoofdrol vervult, die de meeste bijval krijgen. Ook in het gedrochtelijk getitelde The Donkey-Headed Adversary Of Humanity Opens The Discussion worden de nekspieren tot workout gedwongen. Het lukt die krakkemikkige ouwelui - zo valt met een knipoog de gemiddelde bezoeker toch wel te karakteriseren - toch ook nog wel om de band in fysieke vorm energie te brengen. Hier en daar wordt meegeknikt, meegedanst en een enkeling weet zelfs nog wel hoe headbangen werkt.
Er moet dan ook nog wel een alinea besteed worden aan het instrumentarium waarmee de band zijn georkestreerde kakofonie ten gehore brengt. Naast de standaard rockinstrumenten komen ook instrumenten als de viool, de twaalfsnarige gitaar en xylofoon voorbij. Maar daar houdt het niet bij op, want naast het gewone drumstel staat er ook nog een handvol slaginstrumenten opgesteld waar niet alleen de potten en pannen het moeten ontgelden, maar ook de rest van de meegebrachte keukenonderdelen. Zo ontwaren we ook een omgekeerde wastafel. En dan is er nog de zogenoemde sledgehammer dulcimer. Een drie meter lange balk waarop vleugelpianosnaren gespannen staan en waarop lijmklemmen gebruikt worden om als capo te fungeren. Dit exotische instrument wordt op verschillende manieren bespeeld, zoals slides met drumstokjes en hammer-ons met een houten hamertje.
Het is dan ook niet gek dat Tony Levin (King Crimson) de muziek van dit Californische collectief omschreef als "things that we never dreamed of doing in Crimson or in any band that I've been in". Hij doelt met name op de radicale maar tegelijkertijd organische tempowisselingen. En dat is waar, want hoe idioot de overgangen soms ook zijn, het past om de een of andere reden eigenlijk altijd. Als er geen grenzen aan de fantasie, het genre, het instrumentarium, de uitdossing, de performance of wat dan ook gesteld worden, dan is alles toegestaan. Maar dergelijk anarchisme moet dan nog wel even tot een samenhangend geheel gesmeed worden en op een even zo samenhangende manier over de bühne gebracht worden. Daarin toont Sleepytime Gorilla Museum zich ook dit keer weer - of moet ik 'nog steeds' zeggen - meester.
Hoe surrealistisch het muzikale geheel ook moge zijn, de band toont zich tegelijkertijd juist heel erg down-to-earth. Er is tussendoor ruimte voor meer vervreemding, voor een grap en een grol, maar de zaal wordt af en toe ook direct vanuit het hart toegesproken. Zo laat Carla zich van haar kwetsbare en breekbare kant zien, door haar zorgen, verdriet en frustratie over de wereld te tonen. Zij weet het gemeenschapsgevoel dat zich intussen meester van de zaal heeft gemaakt op karakteristieke wijze te versterken middels uitspraken als "There's a lot of things wrong out there in the world, and there's a lot of things right here... Here, in this place." Als bands hun dankbetuigingen uitten kan het soms moeilijk zijn om de oprechtheid te peilen, lijkt er niets maar dan ook niets ongemeends uit de monden van onze Amerikaanse vrienden te komen. Dit is echt!
Met het surrealistische FC: The Freedom Club, waarin de leden van Faun Fables andermaal ten tonele verschijnen, kunnen we die buitenwereld weer even vergeten en genieten van het met absoluut absurdisme doorspekte filosofisch realisme dat Sleepytime Gorilla Museum heet. Want er zit veel waarheid in een zin als het door Nils als interlude gesproken "And let us never forget that the human race with technology is like an alcoholic with a barrel of wine".
Maar behalve dat we ons kennelijk in een soort post-apocalyptisch universum begeven, wekken frases als "Even when the last tree falls, there will be fire. Even when the last bird is caught, wooden boxes. Lovingly made by hands and filled up with fire. To blow off the hands of the strong with wooden boxes" toch vooral de dwaze grijns van de fans van deze kakofonie op. Een grijns die een soort 'wat maakt het toch ook allemaal nog uit'-gevoel weerpsiegelt. Laten we alles vergeten. Het enige dat uitmaakt is dat we vanavond hier zijn, dat we samen zijn. Samen zijn om het leven te vieren. Samen zijn om het samenzijn te vieren. Dat dat kan en dat dat mag, is een vrijheid die we moeten koesteren. Vanavond zijn wíj de Freedom Club.
En dat benadrukt de band door tijdens de afsluitende zinnen van dit nummer de instrumenten neer te leggen en de laatste regels van het nummer in herhaling zingend het podium te verlaten. Niet via de coulissen. Nee, een voor een verlaten de muzikanten het podium via de voorkant en blijven doorzingen terwijl zij minutenlang hun weg zoeken (en vinden!) in het publiek. Het publiek dat de hint begrijpt en de band bijstaat in verschillende schakeringen van helderheid en zuiverheid.
The houses are all gone under the sea
The dancers are all gone under the hill
Het apocalyptische cabaret-ensemble weet vervreemding tot synoniem van vereniging te smeden op een manier zoals alleen Sleepytime Gorilla Museum dat kan. Nog nooit was vreemd zo prettig. Nog nooit was vreemd zo verwelkomend. Minutenlang zijn band en publiek één.
Nils neemt uiteindelijk de microfoon bij de geluidstafel ter hand om iedereen uit de grond van zijn hart te bedanken. Vervolgens valt de hele meute als een kaartenhuis uiteen in zijn samenstellende delen. We zijn weer de individuen die we zijn, maar verenigd door die ene herinnering aan dit concert. Want eenieder is het erover eens: Sleepytime Gorilla Museum blijft ongeëvenaard in hun vakmanschap en meesterschap. De band maakt van niets alles en van van alles niets. Zo worden we nagenietend de nacht ingezonden. Laten we hopen dat het niet nog vijftien jaar moet duren, al weet je het bij deze club maar nooit. Ambugaton!