Er was deze avond een vrij lage opkomst en zodoende besloot de organisatie van 013 om de grote zaal een stuk kleiner te maken door het gebruik van doeken. Een goede zet; het zorgde voor een intiemere sfeer én de groepen hadden niet het idee voor een pover gevulde zaal te spelen.
Om half zeven (te vroeg voor de werkende mens) mocht Sirenia de spits af bijten voor een half uurtje gotisch metaal. De twee albums ‘An Elixer For Existence’ en ‘At Sixes And Sevens’ zijn best te pruimen maar Sirenia viel live weer tegen. Ze maakte het gelukkig niet zo bont als tijdens hun vorige tournee (met drie mensen (zonder zangeres!) op het podium stappen voor een karaokeshow) maar deze keer had ik weer het gevoel naar een halve playbackshow te kijken. Deze keer was de zangeres er wel bij en er was een extra gitarist maar de keyboardspeler en de bassist waren deze keer maar eens thuisgebleven. Ik begrijp niet waarom deze groep rond Morten Veland zoveel krediet verspeelt tijdens live optredens. Op deze manier zullen de Noren nooit kunnen groeien naar een ruimer publiek. Wederom een gemiste kans.
Daarna was het de beurt aan Peter Tägtgren om zijn ándere band Pain nog eens voor te stellen. Peter had deze keer een bassist en een gitarist van het vrouwelijk geslacht meegenomen, en eerlijk is eerlijk, dat had wel een bepaalde uitstraling. Peter had een iets te ruim pak aan en speelde en zong de set ook op een relaxte manier. Er passeerdes nummers van verschillende albums zoals ‘Supersonic Bitch’, ‘Nothing’, Breathing in, breathing out’ (beetje saai nummer) en ‘Shut your mouth’. Een leuke industrial rock/metal set met stiekeme 80’s new wave pop invloeden.
Theatre Of Tragedy was ooit een grote band die aan de wieg stond van de ‘beauty and the beast-gothic metal’ maar is de laatste jaren de weg verloren. Het nieuwe materiaal vind ik niet om aan te horen en live komen die nieuwe nummers ook niet uit de verf. Tijdens de oude nummers (bijvoorbeeld ‘The Masquerader and Phoenix’) kwam er nog enige reactie uit het publiek maar persoonlijk vind ik het jammer en zelfs een beetje triest om deze oude glorie te zien spartelen en uiteindelijk te zien verdrinken. Foei.
Daarna was het tijd voor de hoofdact. Tiamat was ooit een grote naam maar bewees vanavond toch maar weer dat ze eigenlijk nog altijd meetellen. Het podium was helemaal niet aangekleed (zelfs geen vlag) en het enige showelement was de (overigens uitstekende en sfeervolle) belichting. De Tiamat fans kon je duidelijk (klapgedrag) in twee helften verdelen: de liefhebbers van het oude werk en van het nieuwe werk. De nieuwe nummers (‘Cain’ klonk bijvoorbeeld lekker) zijn zeker niet slecht en rocken er lekker op los maar de impact van het oude werk is veel groter (bijvoorbeeld het klassieke ‘In A Dream’). Na een klein uurtje zat het er weeral op en kwamen de heren nog eens terug voor twee ultieme toegiften. Zo kregen we eerst het enorm catchy ‘The Sleeping Beauty’ (inclusief ijzingwekkende schreeuw van mister Tägtgren) voorgeschoteld en daarna het mooie ‘Gaia’ (met subliem gitaarwerk van Thomas Petersson). Johan, met afgetraind lichaam, was heel het concert goed bij stem en bezit nog altijd genoeg uitstraling.
Tiamat en Pain waren de reis naar Tilburg vast en zeker waard maar die twee saaie en sfeerloze gothicacts mogen als straf de komende vijf jaar niet meer touren. En nu hopen dat Tiamat ook weer eens te zien is op een festival als Dynamo Open Air.