Op voorhand keek ik vooral uit naar de eerste band van de avond: Ctulu. Het album Ctulu stond in 2016 in mijn top vijf van beste platen. Het was een nieuw begin voor de band en daarbij hoort ook een ingrijpende imagoverandering. Het grote podium staat helemaal volgebouwd. Er staan twee grote vuurschalen voor het drumstel met daartussen een tafeltje als altaar. Daarop staan twee kandelaars en verschillende ornamenten, zoals een beeldje van Cthulu. Als de bandleden het podium opkomen, dragen ze kousen over het hoofd met zwarte strepen, als discipelen van het zeemonster. Tussen gitaristen M. (Mathias Junge) en A. (Arne Uekert) staat een groot statief met het bandlogo. Alleen dat podium vol symboliek en de kleding van de bandleden zijn al indrukwekkend. Door het vuur en de lampen is een gelaatsmasker wel heel warm en drummer I.D. (Roman Szymura) zit dan ook halverwege de show een tijdje met het masker af achter het drumstel. Gelukkig maakt ook mijn favoriete nummer Treibjagd deel uit van de set, die verder uitsluitend uit extreme, snelle nummers bestaat. Het publiek laat zich echter niet wegjagen.
De industriële ambiance van de Sputnikhalle leent zich uitstekend voor deze avond en dat draagt zeker bij aan de gemoedelijke sfeer van het festival. In beide zalen is een bar en in de hal tussen de zalen is een loket waar je iets te eten kunt bestellen voor een schappelijke prijs. Au-Dessus zet voor aanvang het kleine podium vol rook. De soundcheck voor aanvang van Ctulu klonk al veelbelovend en nu staan de heren met hoodies op het podium. Diepe capuchons bedekken de gezichten. Zo hoort het. Bij aanvang staan de bandleden steevast in een halve cirkel voor de drummer. Op het kleine podium is niet veel ruimte, maar de bandleden zijn niet zo bewegelijk. Dat maakt de muziek volledig goed en Au-Dessus is het sterkst tijdens de lange instrumentale momenten. Vooral drummer Šarunas Bedulis valt daarbij op. Door de laag gestemde gitaren klinkt het overdonderend en alles in de zaal dreunt. Geweldig. Het blauwe licht en de grote hoeveelheid rook maken de duistere sfeer compleet. Au-Dessus is een goed geoliede machine en End Of Chapter (2017) is een indrukwekkend album. De organisatie van Wintermelodei is er sowieso in geslaagd om bands van een hoog niveau op het programma te zetten. De bezoekers zijn dan ook vooral binnen, waar de bands met vijf minuten pauze tussen de shows staan te spelen. Slechts een enkeling zit buiten op de sofa’s onder de overkapping, waar vlammende terrasverwarmers zorgen voor warmte en een gezellige sfeer. Daar zijn ook de standjes met merchandise en de blackmetalmarkt te vinden, waar cd’s en lp’s te koop zijn.
Drummer David Kempf zit ver naar achter op het grote podium, dat er leeg uitziet als Firtan begint. Het gezelschap ziet er met de zwarte vegen op het gezicht uit als een stel mijnwerkers. Bassist Oliver Köning is er niet bij en David moet daarom extra hard werken, maar dat gaat hem zeer goed af. Een compliment voor zijn veelzijdige slagwerk is dan ook zeker op zijn plaats. Gitarist Chris S. is veel in beweging en gebruikt het volledige podium. Frontman Phillip Thienger krijgt het publiek meteen naar voren. Voordat Wogen Der Trauer wordt ingezet, vraagt hij of het volume van zijn gitaargeluid iets hoger gezet kan worden. Het geheel klinkt meteen beter. Chris zit even met zijn haar vast in de kop van zijn gitaar als Tag Verweil wordt ingezet, maar verder verloopt de set op rolletjes. Phillip zet met rauwe grunts zijn strot flink open, maar zingt ook zuiver. Firtan speelt vooral nummers van het nieuwe album Okeanos, waar Phillip kort op wijst voordat Uferlos wordt ingezet. Een man staat bijna in trance voor het podium te bewegen. Het contrast met concerten in Nederland is best groot. Een pit zul je in Duitsland bijvoorbeeld niet of nauwelijks zien. Het publiek staat met flesjes bier of cola voor het podium, waarvoor je (met statiegeld) contant betaalt bij de bar. Ook e-shisha’s zijn in de zaal te zien, waarmee de zoetig ruikende rook richting het podium wordt geblazen.
In de kleine zaal klinkt voor aanvang van de set van Furia een Pools volksmuziekje dat zo gebruikt kan worden voor een Disney-tekenfilm. Geen hoodies voor Furia, maar ontblote bovenlijven en een podium vol versterkers en andere techniek. Wel hebben de heren witte gezichten en zwart omrande ogen om er toch nog iets van een blackmetalsfeertje omheen te creëren. Furia en Au-Dessus zijn samen op tournee en wat meteen opvalt, is dat de band live veel beter klinkt dan op de plaat. Za Cma, W Dym bijvoorbeeld, de openingstrack van Ksiezyc Milczy Luty (2016), is op de plaat geen nummer waarbij je volledig omver geblazen wordt. Live wel. Sterker nog, Furia blijkt live echt een grootmeester in ritmiek te zijn. En wat is Grzegorz "Namtar" Kantor een beest achter dat grote drumstel. Tijdens de gehele set heeft hij een hulpje gehurkt naast hem zitten die toch zeker drie keer op het podium staat om iets vast te zetten of weg te halen. Bassist Kamil "Sars" Staszalek kijkt strak de zaal in als Zabieraj lapska wordt ingezet. Wat een instrumentaal geweld tegen het einde van het nummer. Gitarist Przemyslaw "Voldtekt" Muchowski is wat minder beweeglijk, maar frontman Michal "Nihil" Kuzniak des te meer. Hij gaat helemaal op in zijn gitaarspel en de effecten die hij met zijn instrument weet te creëren. Met al die kabels en pedalen op het podium is het knap dat hij niet is gestruikeld. De nummers zijn vooral instrumentaal en daarom zal er wat minder publiek zijn dan bij Au-Dessus. Na het voor Furia begrippen catchy Sa To Kola, afkomstig van Marziannie, Krolowej Polski (2012), proost Nihil met het publiek voor het podium. Als het laatste nummer is gespeeld, steekt Namtar zijn handen in de lucht en laat demonstratief zijn sticks op het drumstel vallen. Het applaus maakt wel duidelijk dat voor een groot deel van het publiek Furia tot de beste band van de avond gekroond is. Tevergeefs wordt geroepen om een toegift.
Voor de headliner Fen is het moeilijk het optreden van Firtan en Furia te overtreffen. Fen bestaat uit drie uiterst capabele muzikanten die weinig aandacht besteden aan het showelement, maar dat geldt vanavond ook voor Firtan. Bassist Grungyn (Adam Allain), gitarist/grunter The Watcher (Frank Allain) en drummer Havenless (Pete Aplin) gaan echter zo op in hun spel, dat het na een tijdje behoorlijk saai is om naar te kijken. Datzelfde geldt voor de langgerekte atmosferische passages die gestaag uitdijen naar een dreunende climax. Hoewel het geluid de gehele avond in beide zalen erg goed is, is het stemgeluid van Grungyn nauwelijks te horen. Na enkele uitgesponnen nummers wordt het behoorlijk lastig de aandacht erbij te houden. Mensen die rustig voor het podium staan te kijken lopen weg, maar blijven in de zaal. Achterin staat een voetbaltafel waar een groepje staat te spelen. Daar wordt het op een verhoging met bankjes en tafeltjes ook drukker. Er staan meer mensen bij de bar en ook buiten bij de sofa’s en de standjes zijn nu meer bezoekers. Je krijgt buiten immers ook genoeg mee van de muziek, maar je kunt daar tegelijkertijd een gesprekje voeren. Wat Fen naar mijn mening live enorm mist, is een tweede gitarist. Het is live niet mogelijk om dezelfde intentie als op de plaat te creëren met slechts drie muzikanten. Met name de muzikale uitbarstingen missen gewoon aan kracht.
Als Fen het optreden heeft afgerond, blijft het een tijdje stil. Het gordijn dat de kleine zaal afsluit, zit nog dicht en de soundcheck van The Spirit lijkt nog niet te zijn begonnen. Een goed moment voor een pizzaatje, want je staat toch te wachten voor het loket. Het is slechts een gordijn, maar het publiek staat geduldig te wachten en iedereen kletst met elkaar. Als de soundcheck begint, wordt er wat lacherig gedaan over de serieuze manier waarop de soundcheck klinkt, want niemand kan het zien. Als het gordijn opengaat, staat alles keurig recht opgesteld op het kleine podium. Rook en blauw licht accentueren de logo’s op de banners die halverwege het podium staan en de apparatuur volledig aan het zicht onttrekken. Als de heren één voor één het podium opkomen, ontneemt een dikke wolk rook het zicht volledig. Succes fotografen! De band trapt af met Constant Fear en het publiek staat goedkeurend te knikken. Voor flink headbangen is te weinig ruimte voor het podium. Dat kan alleen bij de bar, waar minder mensen staan. Frontman MT is een getalenteerde gitarist en trekt alle aandacht naar zich toe. Het is een prima optreden, maar het komt op mij wel heel erg geregisseerd over. Voor enige spontaniteit is geen enkele ruimte. De soundcheck heeft ook niet het gewenste resultaat gehad, want de grunts van bassist AT zijn nauwelijks te horen. Hij staat wel vol overgave mee te schreeuwen, ook wanneer hij niet bij de microfoon staat. De snaredrum klinkt irritant hard. Halverwege houdt een deel van het publiek het voor gezien en blijkt ook The Spirit de aandacht moeilijk vast te kunnen houden. De vertraging voor aanvang zorgt ervoor dat het festival een half uurtje uitloopt, maar daar zul je niemand over horen klagen op een voormalig industrieterrein.