Verspreid over vrijdag 29 en zaterdag 30 juni staan er net als vorig jaar tien bands op het programma. Er is één podium, dus er is steeds een ombouwpauze tussendoor. Dit draagt bij aan het relaxte karakter van het festival. De pauzemuziek staat namelijk niet te hard, waardoor je relatief makkelijk kunt bijpraten met bekenden en nieuwe vrienden. De eerste band begint om kwart over vijf en de laatste stopt om twee uur ’s nachts. De prijs-kwaliteitverhouding is goed en ook het VIP-pakket biedt waar voor je geld (cd, t-shirt, muntjes, vervroegde toegang tot het terrein, voorrang bij signeersessies). Het evenement is op vrijdag beter bezocht (drieduizend bezoekers) dan op zaterdag (nog geen vijfentwintighonderd). De festivalgangers stromen vlotter naar binnen dan voorgaande jaren en daarmee heeft de organisatie Madness Live! Productions gehoor gegeven aan de verzoeken. Ook op andere terreinen zijn er kleine verbeteringen waar te nemen. De merchandise is uitgebreid en het geluid is over de hele lengte van het festival beter. De organisatie is afgestapt van de statiegeldbekers en het bier en de fris krijg je in plastic bekers voor normale prijzen, waarbij opvalt dat fris een euro goedkoper is dan bier. Er ontstaat geen vuilnisbelt op de festivalvloer, want er zijn constant mensen aan het schoonmaken.
Dan over naar de muziek. Allereerst Persefone, dat zich thuis voelt in Barcelona, al komt de band zelf uit Andorra. Het is echter slechts tweehonderd kilometer reizen voor de technische en progressieve deathmetalformatie. Het zestal muzikanten staat in de brandende zon te spelen, maar dat weerhoudt een aantal bezoekers niet om de show van dichtbij te volgen. Bovendien verzuimen de bandleden niet zich zeer energiek te presenteren. Vooral zanger Marc Martins is overal te vinden. De frontman maakt veelvuldig contact met het publiek dat positief reageert.
Toch komt de extreme muziek met veel tempowisselingen slechts bij vlagen goed door. Dat heeft vooral te maken met de geluidsafstelling die weinig ruimte maakt voor nuances. Op de albums ademt het geluid en komen alle partijen goed tot hun recht, maar live is het vandaag een dichtgemetselde brij, waardoor veel mooie melodieën verdwijnen, zeker in de stevige secties. Daarin klinken de screams ook nog eens monotoon. In de rustige passages valt er meer te genieten, zoals het einde van het geweldige Stillness Is Timeless. Opvallend is trouwens dat een deel van de cleane vocalen door de toetsenist gezongen wordt en een deel van backingtrack komt. Gedurende de set wordt het geluid wel beter, waardoor Mind As Universe en Aathma: Part III. One With The Light de set toch nog sterk afsluiten met fraaie gitaarpartijen en knappe solo’s, maar er blijft toch een beetje een nare nasmaak hangen, al lijken veel bezoekers daar geen last van te hebben. Ze waarderen het optreden met luid applaus en gejuich.
De tweede band van de eerste festivaldag is Baroness, dat de plek opvult die Katatonia achterliet. Vooraf is er wat discussie of het kwartet uit Savannah, Georgia wel op zijn plaats is op de affiche van Be Prog! My Friend. De muziek zou niet progressief genoeg zijn. De Amerikanen trekken zich van de discussie niets aan en komen met een gevarieerde set. Ze gaan voortvarend van start met Take My Bones Away, dat een mix van stoner, rock, indie en metal laat horen. Waar The Sweetest Curse vooral goede headbangriffs bevat, doet March To The Sea (met sfeervol intro, zoals bij wel meer nummers, veelal afkomstig uit het keyboard van bassist Nick Jost) het een stuk rustiger aan. Met het instrumentale Green Theme (inclusief Thin Lizzy-achtige twinleads) is er even een break voor de immer enthousiaste zanger John Baizley. Zijn zanglijnen gaan vroeg of laat op elkaar lijken en dat is dan ook de zwakste schakel in het geheel. De instrumentale track komt dan ook welgelegen.
Met zijn inzet maakt John echter veel goed en ook zijn er regelmatig memorabele refreinen (Take My Bones Away en Shock Me bijvoorbeeld). Ook de andere bandleden tonen zich enthousiast, hebben onderling contact en staan te genieten. Er is evenwel weinig contact met het publiek. De vorig jaar toegetreden gitariste Gina Gleason brengt het er goed vanaf en toont zich tevens een waardig achergrondzangeres, zoals tijdens het prachtige If I Have To Wake Up (Would You Stop The Rain?) en het fantastische Eula. Eigenlijk is Little Things de enige track die live achterblijft bij de verwachtingen. Elders speelt het viertal gewoon prima op wat oneffenheden in de zang na. Baroness werkt zich in het zweet. Ondanks dat lang niet iedereen de aanwezigheid van de band kan waarderen omdat de muziek weinig met prog te maken heeft, heeft deze er toch weer wat liefhebbers bij.
Zodra de hartslagmeter van Full Throttle Vibe van Pain Of Salvation klinkt, gaat de hartslag van veel festivalgangers omhoog. Hier heeft men naar uitgekeken. Dit is prog zoals je die verwacht op een progfestival. Net als vorig jaar op Midsummer Prog in Valkenburg werkt de band rond Daniel Gildenlöw zich op tot een van de hoogtepunten van het festival (“because we will always give you more than any other band or artist”, aldus een zelfverzekerde Daniel). Op het podium is er veel beweging en die energie is ook voelbaar in het publiek. Dat is ook niet gek met weergaloze nummers van het fantastische album In The Passing Light Of Day. Songs die vol met spanningsopbouw en ontlading zitten. De opener levert halverwege al gillende mensen op. Diezelfde toeschouwers zingen luidkeels mee met Reasons en staan te genieten van het emotionele Meaningless.
Daniel vermaakt de fans tussen de nummers door: “It’s been a long hot day for you guys right? If you rock out as much as you want to right now, you’re gonna fall down, but I think we beat you to it. Two songs from now we’re just gonna lie (lay) here as fish on dry ground. But we got the Pain Of Salvation feature. We keep bouncing back. That’s what we do. We just suck at giving up. That’s our biggest talent.” Hij heeft het over Spanjaarden in een van zijn speeches, maar de bassende Gustaf Hielm fluistert hem in dat dat hier niet zo verstandig is. Hij excuseert zich vervolgens en vertelt dat hij een keer in Barcelona optrad met de Flower Kings en dat iemand uit zijn band steeds Viva España schreeuwde. De organisator maakte hem toen wel even duidelijk dat dat niet kon.
Emotie, charisma, adrenaline, vermaak, intensiteit; het zijn allemaal woorden die passen bij de omschrijving van de muziek en de show. Niet alleen Daniel toont zich een performer, maar ook de sinds vorig jaar teruggekeerde Johan Hallgren laat zich zien. De ene keer laat hij tijdens het headbangen zijn dreads als een molenwieken door de lucht zwiepen, de andere keer loopt hij om het drumplatform heen. Hij heeft wat moeite met de hoogste noten te halen tijdens het zingen, maar als hij minder hard hoeft te werken, brengt hij het er goed vanaf. Het publiek is al luid , maar de grote vraag is: “Can you beat Brazil? Let’s put that to the test. Scream as loud as you’ve screamed in your entire life, and then triple that and then you’re getting close to Brazil.” Iedereen schreeuwt vervolgens. “That was pretty ok. That was Brazil at eight o’ clock in the morning.” Uiteindelijk zijn de bandleden tevreden met het aantal decibels en vervolgen ze de set met oudere tracks, alvorens ze afsluiten met On A Tuesday (het “I lost the will”-gedeelte wordt prachtig gezongen door drummer Léo Margarit en die krijgt daar terecht veel applaus voor) en het aan zijn vrouw opgedragen The Passing Light Of Day.
Zoveel er over het optreden van Pain Of Salvation te zeggen is, zo weinig valt er te vertellen over dat van A Perfect Circle. Er is namelijk niet heel veel te zien. De bandleden zijn letterlijk onderbelicht. Bassist Matt McJunkins en leadgitarist Billy Howerdel zijn nog aardig in beeld, maar Greg Edwards, die James Iha vervangt vanwege diens verplichtingen bij Smashing Pumpkins, staat wat meer naar achteren, net als drummer Jeff Friedl, die aan de andere kant van het podium zit. Centraal achteraan staat Maynard James Keenan in een rood pak als een silhouet op een verhoging. Hij accentueert de teksten met lichaams- en handbewegingen en loopt (perfecte) rondjes op zijn verhoging. Hij ontdoet zich op een bepaald moment van zijn jasje. Ook 's avonds is het nog aangenaam warm in Barcelona. Hij concentreert zich op het zingen en dat gaat hem aardig goed af. Publiekscontact is er niet totdat hij zegt: “Look at this beatiful place, beautiful night, beautiful people. We are truly blessed.”
En zo is het. Hoe vaak je ook naar dit festival komt, het blijft een prachtige setting met een prettige sfeer. Je mist tijdens het optreden wel wat interactie, zeker na de spetterende show van Pain Of Salvation. De Amerikanen laten de muziek voor zich spreken. Per nummer is er een andere overheersende kleur in de lichtshow. Het geluid staat fantastisch afgesteld. Daardoor komen de nummers ook goed over. Dat geldt voor zowel de oude bekende als de nieuwe tracks die al door het publiek meegezongen worden. TalkTalk is daar een goed voorbeeld van. Maynard haalt hier even fel uit: “Get the fuck out of my way”. Zeer sterk en dat geldt aan de andere kant ook voor de ingetogenheid tijdens Disillusioned. Het is jammer dat er qua show niet veel gebeurt, maar de muziek maakt veel goed. A Perfect Circle is na Pain Of Salvation het tweede hoogtepunt van de dag.
Vorig jaar stond Oranssi Pazuzu op Roadburn in Tilburg en dit jaar speelden vijf leden daarvan mee in Waste Of Space Orchestra. Een perfecte plek voor het Finse collectief, dat een eigenzinnige combinatie produceert van black metal, post-rock, atmosferische klanken, sludge en tribale, hypnotiserende ritmiek. Op Be Prog! My Friend is het even wennen. Het is nogal een cultuurschok na A Perfect Circle. Opeens bevinden we ons in een spacerocktrip en duistere sferen met meeslepende en dreigende klanken. Lang niet voor iedereen weggelegd en het zorgt er dan ook voor dat veel bezoekers vertrekken, maar een fanatieke groep gaat helemaal op in de bijzondere mix. Deze groep staat te dansen op onder meer Saturaatio en Havuluu en droomt weg met Lahja.
Niet alle details en psychedelische klanken komen even goed uit de boxen, maar de mannen staan goed te spelen en gaan op in de muziek onder het motto "We make music that invites all the arsonists and smokers to hold hands". Oranssi Pazuzu sluit af met het meer dan een kwartier durende hoogtepunt Vasemman Käden Hierarkiaweet. Ondanks dat de unieke vermenging van stijlen beter tot zijn recht zou komen in een donkere zaal, weten de Noord-Europeanen een select gezelschap tevreden te stellen met stiekem de meest progressieve klanken van het festival.
Met dank aan Aránzazu Peyrotau voor de foto's.