Het Italiaanse gezelschap Wind Rose brak door met een metalcover van Diggy Diggy Hole (origineel door Yogcast). Deze track is het ‘dwarven power metal’-gezelschap op het lijf geschreven, want het wilde, werkende, vechtende en vooral zuipende leven van de fantasywezens van geringe hoogte staat centraal op de vier voorgaande platen. Het mag dan ook niet als een verrassing komen dat op de vijfde langspeler Trollslayer deze thema’s wederom een hoofdrol spelen.
Na het bombastische Warfront (2022) en de vele liveshows zijn de verwachtingen hooggespannen, want van dit album vol epische, symfonische meebrullers als Fellows Of The Hammer en Together We Rise is menig metalhart sneller gaan kloppen. Wind Rose wist zichzelf te overtreffen door zijn party metal vol gimmicks naar een hoger niveau te tillen. De prima productie en de overtuigende prestaties van zanger Francesco Cavalieri vormden de kers op de taart. Die prestatie weet het kwartet helaas niet te evenaren, laat staan overtreffen, want de Zuid-Europeanen vervallen vooral in herhaling en sleets zelfplagiaat.
Na een langgerekte, overbodige introductietrack (Of Ice And Blood) trappen de heren af met het opzwepende Dance Of The Axes. Overbodig, want de tweede track bevat zelf ook een intro. Leuk om live het publiek op te zwepen, maar op plaat zijn dubbele intro’s een waardeloze trend waar snel een einde aan mag komen. Gelukkig maken de mannen het goed met de rappe, folky, Ensiferum-achtige vervolgsong. De timing van de heren is perfect, de muziek opzwepend en het geluid is uitstekend. De formule van volkse riedels, een hoempa-ritme en afwisselend gorgel en cleane zang mag inmiddels bekend worden verondersteld, maar is nog altijd effectief om de voeten van de vloer en de vuisten in de lucht te krijgen. Dat laatste gebeurt zeker bij het meebrullen van kernwoorden door de overige bandleden. Het is een trucje dat de daaropvolgende drie kwartier eindeloos wordt herhaald.
De band heeft zich nooit kunnen beroepen op originaliteit, met andere ‘template metal’ als Sabaton, Powerwolf en Ensiferum als grote voorbeelden, maar met The Great Feast Underground, To Be A Dwarf en Rock And Stone wordt er wel erg teruggegrepen op (simpele) herhaling en eerder materiaal. Het door de videogame Deep Rock Galactic geïnspireerde Rock And Stone maakt het wel zeer bont door vrijwel geheel in het verlengde te liggen van Diggy Diggy Hole en niet verder te komen dan een repetitieve riedel en het scanderen van de titel. Na vijf minuten kan ik geen rots of kei meer zien. Het lijflied To Be A Dwarf met de constante stemdubbing is qua tekst al even armoedig, al wordt deze wel uit volle borst overtuigend aan de man gebracht.
Het zijn de energie en het degelijke musiceren die deze plaat redden, want hoewel de titeltrack en Home Of The Twilight net als Dance Of The Axes veel aan Ensiferum herinneren, zijn het prettige feestsongs vol enthousiasme en vreugde. Met het lamenterende No More Sorrow over de donkere kanten uit het leven van dwergenhelden wordt er een droeve noot aan Trollslayer toegevoegd, waardoor er nog iets van variatie valt te ontwaren. Het is een bescheiden lichtpunt op een plaat vol inwisselbare tracks. Na het uitstekende Warfront verwachtte ik beter.
Tracklist:
1. Of Ice And Blood
2. Dance Of The Axes
3. The Great Feast Underground
4. Rock And Stone
5. To Be A Dwarf
6. Home Of The Twilight
7. Trollslayer
8. Legacy Of The Forge
9. No More Sorrow