De Graspop Metal Meeting 2002 vond op 5 en 6 juli plaats in Dessel, België. Dit jaar stonden er bands als Slayer, Dream Theater, Saxon, My Dying Bride, Moonspell, Cannibal Corpse, Biohazard, Immortal, In Extremo en Tristania op het programma, om er zomaar een paar te noemen.
Toen we er rond half 11 aankwamen was het al aardig druk. De camping werd al snel gevuld, maar gelukkig konden we nog een redelijk goeie plaats bemachtigen. Toen was het wachten totdat de optredens begonnen. Festivalopener Xeah heb ik gemist, Manic Movement niet. Black metal uit het Belgse land, die wel redelijk klonk, maar niet echt uitstraling heeft.
Rage wilde ik graag zien, want hun nieuwste cd Unity bevindt zich met grote regelmaat in m'n cd-speler. Live weten ze dat ook goed te vertolken. Zowel oud als nieuw materiaal werd gespeeld in de 40 minuten die ze van Graspop kregen (wat eigenlijk veel te kort was, vind ik). Zanger/bassist Peavy Wagner doet is live ook erg goed bij stem, al heeft hij een erg rauw stemgeluid. Hij denkt trouwens wel dat hij Gene Simmons is, door steeds met z'n tong te zwaaien. De drumsolo van Mike Terrana (met het aparte kapsel) was erg gaaf. Na Rage was het tijd om wat te eten en nog wat bier te halen, om daarna naar In Extremo te gaan.
In Extremo dus. Ik kende ze alleen van die Sisters Of Mercy cover die ze gruwelijk verneukt hebben. Ik ging dus al met een wat negatieve instelling er naartoe. Gelukkig viel het reuze mee. Ze zetten een geweldige show neer, en het klinkt nog niet slecht ook. Ze halen er diverse middeleeuwse instrumenten bij, waaronder 3 doedelzakken. Mij leek dat een beetje overkill, want het verschil tussen 2 en 3 zal je bijna niet horen. Tevens waren sommige van die andere instrumenten ook niet echt te horen, maar goed het staat leuk als ze het bespelen. Moonspell kon me, net als op hun albums, niet echt boeien. Later die avond was het dan tijd voor After Forever. Een tijdje terug had ik ze gezien op Borstrock, waar ze een goeie live-indruk achtergelaten hadden (op plaat wist ik al waar ze goed voor waren). Ze speelden weer een mix van nummers van zowel hun tweede album Decipher als hun debuutalbum Prison Of Desire, en dit keer geen Iron Maiden cover. Floor klonk weer niet slecht, en ook de rest van de band was op dreef.
Afsluiter op vrijdag was Saxon. Saxon heeft de laatste jaren ook weer een paar erg goede albums afgeleverd, na een wat mindere periode in de jaren '90. En ook live zijn deze ouwe rockers verre van slecht. Biff is na al die jaren nog goed bij stem, en zit nog vol energie, net als de rest van zijn mannen. Ouwe klassiekers en spul van hun laatste album Killing Ground kwamen voorbij. Tot diep in de nacht zetten ze een geweldige show neer, waarbij ze de Eagle ook van stal gehaald hadden. Het is geweldig om te zien hoe hij landt!
Zaterdag begon met Evergrey en .Calibre. Beide heb ik helaas gemist. Helaas? Ja, want over beide bands had ik best goeie dingen gelezen. Symphony X kon helaas niet komen, en daarvoor kregen we Edguy in de plaats. Niet echt mijn favoriete band, want ik word die stem van Tobias Sammet nogal snel zat. Goed, live zijn ze best te pruimen. Daarna ging ik naar Arch Enemy. Lekker vooraan staan in de pit. Ik kende ze niet echt goed, behalve wat oudere nummers, maar na het optreden was ik wel overtuigt van ze. Ze speelden geweldig! En wat een stem heeft dat wijf zeg! Wie denkt dat vrouwen en death metal niet samengaan heeft het mis, en moet eens naar Angela luisteren. Het einde heb ik helaas gemist, want ik wilde ook bij Halford vooraan staan.
Halford, de band van voormalig Judas Priest zanger Rob Halford, waarin Rob zijn weg terug vond naar de echte heavy metal. Na gelijk al het publiek mee te laten zingen begon de band met de Priest klassieker Painkiller. Halford begint dus doodleuk met het nummer wat bij Judas Priest het hoogtepunt van de show is, en laat Priest horen hoe het moet. Het publiek ging dus gelijk uit z'n dak. Na nog een Priest klassieker (Jawbreaker) werd het tijd voor zijn eigen materiaal, de eerste twee nummers van Resurrection. Jammer dat Rob de hele tijd ingespannen naar de grond staat te kijken, het lijkt zo wel alsof hij echt moeite moet doen om de hoge noten te halen. Een storing in een versterker zorgde ervoor dat gitarist Mike Chlasciak voor bijna 10 minuten het publiek moest bezighouden, waarna de band weer verder kon met Cyberworld. En toen kwam het: toen de band middenin een geweldige uitvoering van Electric Eye zat was ineens alles stil. Blijkbaar werd de stekker eruit getrokken omdat ze te lang doorspeelden. Schandalig, om het op die manier af te kappen. De band besloot om dan nog maar even een gitaar kapot te slaan.
Scream for me, Graspop! Jahoor, Bruce Dickinson was er ook. Dit keer was hij er om zijn solomateriaal te spelen. Hij had een paar leden van Sack Trick meegenomen als band. Met een aantal ervan had hij al eerder samengewerkt op zijn Skunkworks album, dus dat zijn oude bekenden. Wie Iron Maiden nummer wilde horen werd enigzins teleurgesteld, want ze speelden er slechts 3 (die niet toevallig allemaal door Bruce geschreven zijn). Hij opende met Silver Wings, een van de nieuwe nummers van zijn Best Of cd. Verder kwamen er klassiekers als Tears Of The Dragon, Tattooed Millionaire en Accident Of Birth langs, waarop ik in ieder geval wel uit m'n dak ging. Jammergenoeg ook Back From The Edge, dat nummer is live een stuk minder dan op plaat. Maar dan nog vond ik het geweldig om zijn solo-materiaal ook eens live te horen. Bij de 3 Iron Maiden nummers ging natuurlijk iedereen uit z'n dak, misschien nog wel meer omdat ze door Iron Maiden niet meer gespeeld worden: Revelations, Bring Your Daughter To The Slaughter en Powerslave. Na een uur was het jammergenoeg al voorbij; Bruce had echt meer tijd moeten krijgen.
Na wat inkopen gedaan te hebben op de Metal Market was het tijd voor Machine Head. Machine Head heeft wat mij betreft z'n beste tijd gehad. Het album Supercharger was wel een stapje terug in de goeie richting, maar live vond ik ze nu tegenvallen. Vorig jaar in de 013 waren ze beter. Dream Theater was een stuk beter. Heel het publiek stond versteld toen het doek van Mike Portnoy's drumstel gehaald werd, want zo'n groot drumstel had niemand op Graspop. De setlist was misschien wat minder interessant, maar de band speelde wel geweldig. Iets meer dan een uur is eigenlijk te kort voor zo'n geniale band, maar gelukkig komen ze in november weer naar Nederland, om dan wat langer te spelen.
Na Dream Theater moest ik snel naar de tent, want ik wilde Biohazard niet missen. Ondanks dat het geluid verre van optimaal was wisten deze New Yorkers er een geweldig feest van te maken. De nadruk lag voornamelijk op het ouwe materiaal, wat eigenlijk niemand erg vindt. Het was dus lekker uit je dak gaan op onder andere Shades Of Grey, Urban Discipline en Down For LifeIk dacht even dat de band zelf ook het vertrouwen in het nieuwere materiaal kwijt was, maar na een tijdje kwamen er toch nog twee nummers voorbij van Uncivilization, waaronder het geweldige H.F.F.K.. Het enige rustpuntje was tijdens Loss, wat opgedragen werd aan de slachtoffers van 11 september. De band hadden nog wat vrienden meegenomen ook. Een paar jongens van de Nederlandse band Backfire kwamen het podium op om samen met Biohazard wat covers te spelen. Ze begonnen met een klassieker van de Cro-Mags, om daarna een nummer van Backfire zelf te doen. Tijdens Ain't Going Out Like That (origineel van Cypress Hill) kwam Rob Flynn van Machine Head ook nog even meebrullen; hij stond al heel de show vanaf de zijlijn toe te kijken. Het leek er even op alsof Biohazard nog wat echt nieuw materiaal ging spelen, want ze kondigden aan dat ze aan een nieuw album bezig waren, wat later dit jaar uit moet komen. Jammergenoeg werd er niets van gespeeld. Maar ook zonder dat was het een geweldig optreden.
Slayer kon me eerlijk gezegd na de geweldige show van Biohazard niet meer zo boeien. Ok, ze speelden niet slecht, en dat Dave Lombardo achter de drumkit zat was natuurlijk wel weer gaaf om te horen. Tom Araya klonk echter minder goed, en ook het nieuwere materiaal kan niet tippen aan de klassiekers. Maar die klassiekers zijn toch waar iedereen voor komt, en die speelden ze dan ook. Daarna was het voor iedereen tijd om naar huis of naar de camping te gaan. Op de camping ging het feestje nog tot diep in de nacht door in de biertent.