De drieëntwintigste editie is qua terreinopzet nauwelijks veranderd voor een bezoeker die jaarlijks terugkeert. Het terrein is overzichtelijk ingedeeld met vijf podia (twee Main Stages, de Metal Dome, de Marquee en de Jupiler Stage). Er is een Metal Market, een Food Truck Fest, een restaurant op de Metal Plaza, een signeersessiestand, een Classic Rock Café, een Belgian Beer Bar, de Ducks Of Thrash (met extra beloningen voor recyclefanaten), een reuzenrad en botsauto's. Voor de voetbalfans is er op camping Boneyard een Belgium Fanzone. Op grote schermen bij de Main Stages en in de Marquee kun je de optredens van veraf volgen. Nieuw is de tribune bij het wifi-terras. Je hebt daarvandaan redelijk goed zicht op de Main Stages. Er is ruime keuze in voedsel en drinken en bij de toiletblokken is er gratis water om je van de dorst te ontdoen. Het gras ligt er goed bij en mede vanwege het weer blijven de condities prima, ook als dagelijks vijftigduizend metalfans eroverheen lopen.
Terwijl veel campeerders nog in de lange rij staan bij de hoofdingang, is het Follow The Cipher dat het festival opent op de knusse Jupiler Stage. Follow The Cipher is in 2014 in het leven geroepen als soloproject van Ken Kängström, maar later uitgegroeid tot een band na het toetreden van zangeres Linda Toni Grahn. Kängström heeft een verleden bij Sabaton en schreef onder andere Carolus Rex samen met Joakim Brodén. Vandaag staat Carolus Rex samen met songs van het recente debuutalbum op de setlist. Hoewel er in een paar andere songs ook raakvlakken met Sabaton zijn, heeft Follow The Cipher beslist een eigen sound. Niet in de laatste plaats door het unieke stemgeluid van Linda. Ze doet haar best om het publiek enthousiast te krijgen, maar dat wil niet echt lukken. De voornaamste oorzaak is de wind die het geluid van de popmetaltracks alle kanten opblaast. Daardoor komt de luisteraar nooit in een lekkere flow en mist het Amaranthe-achtige Valyria impact. De stadionrockers Winterfall en The Rising komen samen met Carolus Rex het beste uit de verf. Qua presentatie zijn de twee dames aan weerszijden van de drummer een opvallende verschijning. Ze wapperen met een vlag, verschijnen met rookkanonnen en staan te dansen. Het mag allemaal wat flitsender en overtuigender, net als de presentatie van de bandleden. Follow The Cipher heeft catchy nummers en de potentie om te groeien, maar heeft wellicht wat meer tijd nodig om echt te gaan vlammen. (Jeffrey)
In het Classic Rock Café staat vandaag een tweetal coverbands: Hats Off To Led Zeppelin en Purpendicular. Laatstgenoemde vermaakt de cafégangers met eigen interpretaties van Deep Purple-klassiekers. De mannen wisselen daarbij handig af tussen meezingers als Hush en Black Night en langere songs, zoals Highway Star en het zeer fraaie, aan Jon Lord opgedragen When A Blind Man Cries. De uitvoering is dik in orde en er is dan ook terecht veel bijval. Tussen de bands door zijn er op een scherm clips te zien van rock- en metalkrakers. Het is er gezellig toeven. (Jeffrey)
De eerste band in de Metal Dome is Signs Of Algorithm. Het jonge ensemble uit Gent, Brugge en Maldegem heeft al veel ervaring opgedaan op het podium en doet vandaag enorm zijn best, maar de metalcorenummers zijn bij het festivalpubliek vooral onbekend en daardoor blijft een uitbundige reactie achterwege. Voorin wel een groep die zich vermaakt met crowdsurfen (“Hoe meer mensen in de lucht hoe beter”), in de moshpit en met een wall of death, maar daarachter blijft het rustig. Er is terecht een beleefd applaus voor de energieke performance, want de mannen geven alles wat ze hebben. Alleen de drummer mag wel wat enthousiaster zijn. De zuiderburen combineren verschillende stijlen in hun songs die op het debuutalbum Harbinger (2016) staan, maar door de samenkomst van verschillende elementen komt het geheel wat druk over. Op het gebied van songwriting ligt er dus nog wel een uitdaging. Vandaag komen niet alle elementen goed tot hun recht. (Jeffrey)
Het Canadese Cancer Bats maakt een combinatie van hardcore, punk en southern rock. Hoewel dit klinkt als een aanstekelijke mix, komt dit niet meteen goed uit de verf. Een relatief kleine schare fans vooraan de goed bezochte Jupiler Stage doet actief mee, maar de rest van het publiek moet duidelijk nog overtuigd worden. Dat het nog maar de derde band op het festival is, helpt vast ook niet. Maar naarmate het concert vordert, deinen steeds meer mensen goedkeurend met hun hoofden en neemt het applaus na elk nummer toe. Ook speelt de band nog een cover van het bekende Beastie Boys-nummer Sabotage. Echt enthousiast lijkt de menigte niet te worden, maar het is voor de meesten leuk genoeg om bij te blijven staan. (Sam)
De eerste band op Main Stage 1 is The Pink Slips. Het blijkt een aardige band op de verkeerde plek. De synth-punk en rock à la Blondie, David Bowie en No Doubt had veel beter op zijn plaats geweest op Pinkpop of Rock Werchter. Er is nauwelijks belangstelling voor het optreden van de groep uit Los Angeles die inmiddels zo’n vijf jaar meedraait. De ogen zijn vooral gericht op de excentrieke Grace ‘Grave’ McKagan, de ouste dochter van Guns N' Roses-bassist Duff McKagan. De frontvrouw in net pak en roze make-up zingt goed, toont haar lenigheid, maar ook haar excentrieke performance leidt niet tot reactie. Op een gegeven moment steekt ze haar middelvinger op richting het publiek. I’m Ready heeft hier niet de impact die het op plaat heeft. Danger, Satan’s Home, de nieuwe single Trigger en bandfavoriet Hello Heaven doen het aardig, maar het hoofdpodium is veel te groot voor The Pink Slips. (Jeffrey)
Een groot deel van het publiek slaat na het optreden van Cancer Bats meteen af naar de Metal Dome, waar het Belgische Moments speelt. De melodieuze metalcore/hardcore gaat er duidelijk beter in dan die van Cancer Bats. Tijdens het eerste nummer ontstaat er al gelijk een moshpit, die in de loop van het concert alleen maar groeit. De bassist en zanger springen actief over het podium, waarbij vooral de bassist een ogentrekker is. Op het geluid is niks aan te merken en de menigte in de goed gevulde Metal Dome heeft het naar zijn zin. De zanger zoekt veel contact op met het publiek, springt van een box af en vraagt om circlepits en een wall of death. Het publiek gehoorzaamt graag en het voorste deel van de tent verandert in een kolkende massa. Hoewel metalcore me vaak niet interesseert, blijft Moments mijn aandacht erbij houden en is dit zeker een band om rekening mee te houden. (Sam)
De eerste band waarvoor het publiek in grotere getale warmloopt, is Doro Pesch - Voice Of Warlock. De metalqueen speelt samen met haar begeleidingsband (met gitaristen Bas Maas en de sinds vorig jaar teruggekeerde Tommy Bolan) Triumph Of Agony (1987) van Warlock in zijn geheel. Wel in een andere volgorde dan op plaat. Want Für Immer komt natuurlijk pas aan het einde aan bod. De vierenvijftigjarige frontvrouw, die op dezelfde dag als Billy Milano (M.O.D., ex-S.O.D.) en Kerry King (Slayer) is geboren, is zoals altijd zeer enthousiast en betrekt het publiek er vanaf het begin goed bij. De setlist is een feest van herkenning met onder andere I Rule The Ruins en uiteraard All We Are. Over Make Time For Love zegt Doro dat het altijd in de schaduw heeft gestaan van Für Immer. De sympathieke dame maakt er met haar goede begeleidingsband een old school metalshow van die tot tevredenheid stemt. (Jeffrey)
Verbinding is aan het einde van de middag het sleutelwoord. Doro Pesch zorgde al voor een gevoel van samenzijn en Daniel Winter Bates van Bury Tomorrow zet de missie voort. De frontman laat de bezoekers de arm om de schouders van de buurman of buurvrouw leggen en samen springen. De frontman heeft het niet alleen met zijn toespraken tussen de nummers door goed voor elkaar, maar ook zijn zang is overtuigend. Datzelfde geldt voor de nummers die als een huis staan. Metalcore heeft niet altijd een positieve naam, maar hier staan muzikanten die laten horen goed te kunnen spelen. Zo is het soleerwerk functioneel en ook de riffs hebben net wat meer inhoud dan die bij concullega’s. Knife Of Gold en het titelnummer van het vijfde album Black Flame doen het uitstekend en datzelfde geldt voor de populaire songs Man Of Gold, Cemetery en Lionheart. Prima optreden van deze Engelse groep. (Jeffrey)
Black Stone Cherry opent zijn concert met een van zijn grootste hits: Blame It On The Boom Boom. Dit is duidelijk een verstandige keuze, want vanaf de eerste noot wordt er al veel meegezongen, gedanst en geklapt. Hoewel de Amerikanen dit jaar nog een nieuw album hebben uitgebracht, ligt daar niet de nadruk op. Bijna elk album is present op de setlist en dat vindt het publiek duidelijk leuk. Voor mij persoonlijk werkt de cover Stir It Up van The Wailers niet en ook meerdere andere mensen kijken met verbazing naar het podium. Maar dit mag de pret niet drukken, want het optreden van de southernhardrockband is zowel muzikaal als qua sfeer geslaagd. (Sam)
Terwijl Black Stone Cherry zijn laatste paar nummers speelt, treedt Toxic Shock aan in de Metal Dome. De Belgische crossoverformatie heeft een goede livereputatie en is duidelijk van plan deze hoog te houden. Vanaf opener Iceberg springt en rent zanger Wally in het rond en speelt ook de rest van de band met een hoog energiegehalte. Voornamelijk nummers van het laatste album Twentylastcentury komen voorbij en worden door het publiek beantwoord met een grote moshpit. De nummers volgen elkaar snel op, maar dat heeft amper effect op het hoge energieniveau van zowel de band als het publiek. Wally springt het publiek in, klimt op de torens aan de zijkant van het podium en loopt uiteindelijk zelfs met een gescheurde wenkbrauw rond. De Belgen hebben hun livereputatie duidelijk hoog gehouden en zorgen voor een explosief concert, dat menige fan bezweet achterlaat. (Sam)
“We’re gonna send that angel down to become The Hunter. Iced Earth wisselt vandaag de klassiekers af met recenter materiaal als Great Heathen Army, Black Flag, Raven Wing en de epic Clear The Way (December 13, 1862) van het goede album Incorruptible. Het zijn precies de sterkste tracks van die recente plaat. De metalgroep rond de gitaarspelende doorzetter Jon Schaffer doet dat zoals altijd met veel kwaliteit en met beleving. Stu Block betrekt het publiek bij de show en doet het ook vandaag uitstekend als zanger (al staat zijn zang bij vlagen jammer genoeg wat zacht in de mix) en de afwisseling in tracks en het sterke gitaarspel zorgen ervoor dat de aandacht er goed bij blijft. De Amerikaanse groep die al meer dan dertig jaar meedraait, krijgt niet alleen van de kenners de verdiende waardering, maar wint ondanks de wat matte reactie van het gros toch de erkentelijkheid van nieuwe fans die vandaag de kwaliteiten van Iced Earth ontdekken. (Jeffrey)
Voordat Fleddy Melculy optreedt, scanderen de fans reeds de bandnaam. Naar dit optreden hebben velen uitgekeken, want laatkomers moeten de show van veraf volgen. Die schreeuwen vervolgens net als de voorste regionen wel luidkeels Geen Vlees, Wel Vis mee (“over zogenaamde vegetariërs”). Daar blijft het niet bij, want het gebeurt ook bij met name Brood en Pinker. Het is een groot feest bij de Jupiler Stage en het is jammer dat er festivalgangers zijn die het optreden vanwege de lange wachtrij voor de camping moeten missen. Ondanks dat er instrumentaal niet veel gebeurt binnen de hardcore, stemmen de grappige teksten tevreden. Ook grappig is de wall of duck, waarbij bezoekers bukken en als een eend rondlopen. De vermakelijke show komt ten einde met “het nummer waarmee het allemaal begon”: T-shirt van Metallica. Leuk om de best verkopende metalact uit België een keer gezien te hebben. Volgende keer op een groter podium. (Jeffrey)
Hoewel het solo-album Black Labyrinth van Jonathan Davis voor gemengde reacties zorgt, zal de mening over het optreden van de Korn-frontman op Graspop eensgezinder zijn. In positieve zin, want niet alleen de zevenenveertigjarige zanger die veel beleving toont, brengt het er vandaag aardig goed vanaf. Complimenten zijn ook op zijn plaats voor de mannen om hem heen op drums, gitaar, viool, contrabas en keyboards. Terwijl de ritmesectie veel power heeft, zijn het de keyboard- en vioolpartijen die voor veel sfeer zorgen in bijvoorbeeld het rustige Final Days. Everyone toont het andere uiterste; het is veruit de stevigste track. Over de gehele lengte zou je kunnen spreken van een experimentele light-versie van Korn. Er staan overigens geen Korn-nummers op de setlist. Desondanks is er veel afwisseling in de set die sterk afsluit met What It Is. (Jeffrey)
DOOL mag aantreden in de Metal Dome. Deze is door het festival aangekleed als kerk en dit werkt heel goed voor de muziek die DOOL maakt. De tent is tot de nok toe gevuld om de dark rock van de Nederlandse groep rond Ryanne van Dorst te kunnen horen. En Dool (uit te spreken als dool, niet als doel) stelt niet teleur. Het geluid is helder en de band heeft het duidelijk naar zijn zin. Vanaf het eerste nummer, The Alpha, heeft de band het aandacht van het publiek te pakken. Er wordt meteen al veel meegezongen en de hele massa deint mee met de muziek. De band is hier duidelijk van onder de indruk en Ryanne zegt dat ze eigenlijk moet stoppen met lachen omdat dat niet stoer is. Maar het optreden blijft van de hoogste kwaliteit, dus het maakt niemand wat uit. In Her Darkest Hour wordt opgedragen aan de dood, en verder wordt er onafgebroken gespeeld. Wanneer de laatste noten van Oweynagat wegsterven, loopt iedereen tevreden de tent uit. Het eerste hoogtepunt van Graspop is een feit. (Sam)
De band die hierna optreedt op de Jupiler Stage is Madball. De hardcore van de band vormt een groot contrast met de muziek die DOOL ons heeft voorgeschoteld, maar dat is zeker niet negatief. De NYHC slaat goed aan bij het publiek en tot achter de geluidstoren wordt meegeklapt op het ritme en geapplaudisseerd. Zanger Freddie Cricien springt brullend en rappend over het podium en ook van gitarist Mitts spat de energie af. De ruimte bij de Jupiler Stage is helemaal afgeladen en de menigte mensen die is komen kijken, wordt vaak bedankt door Freddie. De band "doesn’t care if you’re a punkrocker or a metalhead" en blijft hardcore van de bovenste plank afleveren. Een optreden van Madball is altijd een feestje en dit concert is daar geen uitzondering op. (Sam)
In tegenstelling tot het optreden van Ghost een paar jaar geleden is er wel wat veranderd bij de Zweedse formatie. Cardinal Copia is de troonopvolger van Papa Emeritus III, de podiumaankleding is uitgebreid en van zwart naar wit gegaan en met Prequelle is er een goede, nieuwe plaat. Ondanks de uitbreiding is de show niet heel spectaculair en deze zou beslist beter tot zijn recht komen in het donker. Er is wel beweging bij de nameless ghouls en bij de frontman, maar helaas krijgen we in tegenstelling tot andere festivals geen Miasma met de saxofoonspelende Papa Nihil te zien. Uiteraard is er vandaag wel aandacht voor het nieuwste werk (Ashes, Rats, Faith en het swingende Danse Macabre). Daarvan doen vooral Rats en Danse Macabre het goed, maar het zijn vooral de bekendere hits Cirice en Square Hammer die bewondering vanaf de festivalweide opleveren. De praatjes tussen de nummers door leveren vooral hilarische imitaties van festivalbezoekers op. Ghost laat vooral de muziek voor zich spreken en werkt zich langzaam op naar de headlinerstatus. (Jeffrey)
Hét hoogtepunt van de eerste dag is Heilung, een groep muzikanten die “amplified history” brengt. In de praktijk is het een overweldigende, spirituele ervaring. De bandleden staan aan het begin van het optreden in een kring terwijl een persoon een ritueel uitvoert en even later aansluit. Op de achtergrond klinken vogelgeluiden en is een mooie tekst te lezen die doet nadenken en verbindt. Het gezelschap uit Denemarken, Noorwegen en Duitsland is prachtig aangekleed en beeldt een verhaal uit dat gebaseerd is op gebeurtenissen aan het begin van de middeleeuwen. Zo verschijnt er een leger op het podium met speren die ze ritmisch op de grond slaan. Andere muzikanten sluiten aan. De sjamanistische ritmiek werkt hypnotiserend. Binnen een paar minuten is de hele tent in trance en vol ongeloof over de prachtige uitvoering. De Tibetaanse keelzang gaat dieper dan enige grunt en de percussie op onder andere botten verrijkt het geheel. Het intrigerende theaterstuk gaat terug naar de kern van ons bestaan. Iedereen in de zaal beweegt mee op het ritme. Er is geen ontkomen aan. Zelfs als het geluid in de zaal uitvalt, klapt het publiek door op het ritme om maar niet uit de flow te raken. Kippenvel! De muzikanten sluiten aan. Na een uur is het optreden helaas voorbij. Men schreeuwt massaal “we want more”, maar het is echt voorbij. Jammer, maar ieder individu heeft van de voorstelling genoten. Wat was dit een fantastische ervaring! (Jeffrey)
Terwijl Guns N’ Roses al anderhalf uur speelt, betreedt Kataklysm de Metal Dome. Deze is tot de nok toe gevuld, iets wat Kataklysm zelf ook opvalt. Er breekt al een moshpit uit tijdens het eerste nummer Like Angels Weeping (The Dark) en er zijn klappende handen tot aan de ingang van de tent te zien. Ondanks dat het nieuwe album van Kataklysm wisselend is ontvangen, krijgen de nummers die van het album worden gespeeld veel bijval. Tijdens Narcissist en Guillotine worden de moshpits groter en wordt er veel meegezongen. En een Kataklysm-concert is natuurlijk niet compleet zonder een "security stresstest". Zanger Maurizio Iacono roept op om zoveel mogelijk mensen te laten crowdsurfen, maar dit wordt niet heel enthousiast beantwoord. De kans is groot dat fans bang zijn dat ze door de volle tent niet meer terug naar voren kunnen komen. Het geluid is degelijk. Alleen de bas valt zo nu en dan weg. Al met al is dit een heel goed alternatief voor iedereen die niet (meer) naar Guns N’ Roses wil kijken. (Sam)
En dan de headliner van de eerste dag, de reden dat er een extra, min of meer volledige festivaldag aan Graspop 2018 werd toegevoegd: Guns N’ Roses. Maar liefst drie en een half uur staan de zeven rockers op het podium. Voor de fans fantastisch dat de muzikanten zo lang mogen spelen (en dat op een festival). Voor veel festivalgangers echter een lange zit en er zijn dan ook velen die vroeg of laat naar elders vertrekken. Het befaamde trio Axl Rose, Slash en Duff McKagan wordt ondersteund door vier andere muzikanten die nauwelijks op de grote schermen te zien zijn en dat terwijl ze het er instrumentaal prima vanaf brengen. Dizzy Reed is er bovendien al vanaf 1990 bij en Richard Fortus vanaf 2002. Drummer Frank Ferrer vanaf 2006 en het nieuwste lid is toetseniste Melissa Reese sinds 2016.
Axl Rose, die zichtbaar afgevallen en gebotoxt is, danst en rent vanaf opener It’s So Easy over het podium. De zesenvijftigjarige zanger is hoewel beweeglijk vanavond de zwakste schakel. Hij heeft ironisch genoeg vanaf Better problemen om de hogere noten te halen, zoals blijkt uit Live And Let Die. Hij houdt alle noten erg kort en dat is een storende factor in het luisterplezier. Het mooie Estranged (met eindelijk Dizzy Reed redelijk goed in beeld) en You Could Be Mine blijven natuurlijk fijne klassiekers, maar de uitvoering van de frontman, die zich af en toe verkleed, is ondermaats, al laat hij zijn rauwe stem af en toe nog wel gelden.
Nee, dan luisteren we liever naar Duff die tijdens de Misfits-cover Attitude zingt of de instrumentale gedeelten met uitgebreid soleerwerk van Slash, al is dat naar mening van een minderheid iets wat te vaak terugkeert in de sho of te langdradig. In het geval van de aanloop naar Sweet Child O’ Mine met "Speak Softly Love (Love Theme Of The Godfather) is er juist bewondering. Ook de solo met talkbox-effecten in Rocket Queen is een geslaagd show-element. Slash laat zich voor het eerst goed zien en horen tijdens Welcome To The Jungle, een vroeg hoogtepunt in de set. Er kan gedurende de hele show echter geen lach bij hem vanaf, ook niet bij Duff McKagan.
Op de setlist staan uiteraard veel klassiekers, maar ook het minder bekende werk komt aan bod. Dat levert minder bijval op, maar de instrumentale versie van Wish You Were Here (Pink Floyd) is beslist een hoogtepunt. Minutenlang soleren Slash en Richard om en om. Het is een van de weinige momenten waarop de bandleden onderling contact hebben. Slash, Duff en Axl lijken elkaar vooral te ontwijken. Toch komt Slash uiteraard voor zijn solo bij de pianospelende Axl staan tijdens November Rain. De epic is uiteraard een van de hoogtepunten van de show. Het te uitgebreide Knocking On Heaven’s Door toont dat de stem zich beter leent voor een Bob Dylan-cover dan het slecht uitgevoerde Black Hole Sun van Soundgarden.
De toegift begint goed met Patience en eindigt sterk met Paradise City. Velen krijgen dat al niet meer mee omdat ze gedurende de te lange set zijn afgehaakt vanwege de matige zang van Axl. De nostalgie vierde bij vlagen hoogtij, maar van alle headliners op deze editie van Graspop was Guns N’ Roses toch wel de minste en dat terwijl er instrumentaal weinig op aan te merken was. (Jeffrey)