Toch is de band na het verschijnen van de tweede full-length door een diep dal gegaan. Crimfall komt zonder label te zitten en zangeres en boegbeeld Haaparanta stapt uit de groep. Daardoor daalt de motivatie van de andere bandleden tot het laagste pitje. Er wordt wel aan nieuwe muziek gewerkt, maar zonder veel succes. Ook de zoektocht naar een nieuwe vocalist en een nieuw label blijkt weinig op te leveren. Twee jaar geleden wordt het dieptepunt bereikt en voelt de band zich voor de keuze staan: vol overtuiging doorgaan of het bijltje erbij neergooien. De bandleden kiezen voor de eerste optie. Ze schrijven het derde album Amain en nemen dan toch weer contact op met Haaparanta, die stiekem al op een telefoontje aan het wachten is. Zij zingt het nieuwe album in. De band neemt het album in eigen beheer op en betaalt de productie zelf. Pas daarna gaat Crimfall op zoek naar een geschikt label, dat de band uiteindelijk vindt in Metal Blade Records.
Deze ontwikkeling maakt duidelijk dat het met de passie voor muziek wel goed zit bij Crimfall. Amain klinkt productioneel gezien als een klok. De vele orkestratielagen komen goed naar voren in de sound, zonder dat daarmee de andere instrumenten onderdrukt worden. Het eerste ‘echte’ nummer (The Last Of Stands) komt daardoor heerlijk bombastisch uit de speakers knallen. Op het moment dat de krachtige screams van Mikko Häkkinen hun intrede doen, doet de sound me zelfs een beetje aan Ex Deo denken. Ook vanuit compositorisch oogpunt heeft Crimfall zichzelf uitgedaagd. Dat blijkt vooral uit het vierluik Ten Winters Apart, dat in totaal meer dan een kwartier klokt en ontzettend divers is. Zo zijn de delen Far From Any Fate en vooral Song Of The Mourn wat melancholischer en moeten ze het vooral hebben van de zeer sterke zang van Haaparanta, die nog steeds over een uitstekend stemgeluid beschikt, terwijl Sunder The Seventh Seal juist weer ontzettend bombastisch is en rondom een mooie, meeslepende Moonsorrow-melodie is opgebouwd.
Ook naast dit epos staat er genoeg fraais op deze derde full-length. Neem het oriëntaals aandoende Mother Of Unbelievers, dat in de felle versnellingen zelfs richting orkestrale death/black à la Septicflesh neigt. De dreigende, orkestrale passages hebben een hoog filmgehalte. Bovendien pakt de afwisseling tussen de met passie zingende Haaparanta en de donderende grunts van Häkkinen hier heel goed uit. De powerballad It’s A Long Road is eveneens vermeldenswaardig. Het nummer begint met verrassende cleane zang van Häkkinen. Halverwege vallen de grunts in en gaat het tempo omhoog. En het opzwepende, krachtige Wayward Varities zou niet misstaan op een van de oudere Ensiferum-albums. Wie de digipack in huis haalt, krijgt er een volledig instrumentale versie van Ten Winters Apart bij (die wel aardig, maar toch wat kaal is), plus nog de weemoedige folktrack Kunnes Sade Saa en het zwierige Writ Of Pitchfork.
De zanger omschrijft Amain als het ‘lente-album’ van Crimfall, terwijl het debuut een ‘nazomer’-album is en het tweede album de winter thematiseert. Laten we hopen dat die voorjaarsthematiek leidt tot een vruchtbare periode van bloei voor de band. Na al het harde werken verdient Crimfall zeker succes. Aan de kwaliteit van Amain zal het in ieder geval niet liggen, want dit derde album laat de Finnen van hun meest diverse en veelzijdige kant zien.
Tracklist:
1. Eschaton
2. The Last Of Stands
3. Ten Winters Apart, Pt. 1: Far From Any Fate
4. Ten Winters Apart, Pt. 2: Song Of Mourn
5. Ten Winters Apart, Pt. 3: Sunder The Seventh Seal
6. Ten Winters Apart, Pt. 4: Dawn Without A Sun
7. Mother Of Unbelievers
8. It's A Long Road
9. Wayward Verities
10. Until Falls The Rain
11. Ten Winters Apart (Instrumental)*
12. Kunnes Sade Saa*
13. Writ Of Pitchfork*
* Bonustrack