Hoewel de monotone doodsklanken van Wolvennest zeer herkenbaar zijn, vertonen de twee full-lengths van de band ook duidelijke verschillen. Het debuut WLVNNST (2016), dat een samenwerking is met twee leden van Der Blutharsch And The Infinite Church Of The Leading Hand, wordt vooral gekarakteriseerd door de spookachtige sfeer, die door de sinistere en krakerige horrorsynths wordt gecreëerd. Opvolger Void laat een nihilistischer en verdiepender totaalgeluid horen, met een sfeer die bijna verstikkend en vooral gitzwart te noemen is.
Maart 2021 ligt met Temple de derde langspeler in de schappen. De cd- en de vinyl-release (voorzien van prachtig artwork) verschijnen beide wederom via het uitstekende Ván Records – voor de kenners over het algemeen een keurmerk van kwaliteit. Afgelopen maand presenteerde Wolvennest dit werk integraal tijdens de online editie van Roadburn. Het zal voor veel mensen wellicht een eerste kennismaking zijn geweest met de hypnotiserende klanken van de Belgen. Met de combinatie van gitaarloops, monotone drumritmes en bedwelmende ambient (inclusief zeer fraaie bijrol voor het gebruik van de theremin, specialiteit van zangeres Shazzula) slaagt de band er iedere keer in de luisteraar te verleiden en langzaam in een peilloze diepte te storten.
Op Temple ondergaat Wolvennest wederom een subtiele gedaantewisseling. Hoewel de sound onmiskenbaar is, zijn de accenten verschoven. De sound is warmer, rijker en organischer dan op de vorige langspeler. De duisternis is gebleven, maar is minder verzengend dan voorheen. In muzikaal opzicht is de totaalsound van de band overigens in grote lijnen hetzelfde. Zo bouwt de twaalf minuten durende openingstrack Mantra tergend langzaam op middels trage, onsamenhangende plukjes gitaarfeedback en subtiel naar de voorgrond kruipende ambient, om na een kleine drie minuten over te schakelen naar een voor de band zo typerend, monotoon doomritme met daaroverheen in slow motion gebrachte, psychedelische doomriffs.
Wie Wolvennest heeft gehoord tijdens de speciale samenwerking (onder de noemer The Nest) tijdens de recente online-editie van Roadburn, heeft al kunnen ervaren hoezeer de band in staat is om zijn sound te verrijken door samen te werken met gastzangers, door nummers te schrijven die recht doen aan de identiteit van de band, maar tegelijkertijd aansluiten bij de kracht van de gast. Ook op Temple horen we deze kwaliteit terug. Zo klinkt het heerlijk broeierige Succubus, waarin niemand minder dan TJ Cowgill (King Dude) zijn opwachting maakt, als de perfecte versmelting van beide groepen.
Waar Succubus de meest originele track is, kan Swear To Fire getypeerd worden als het meest toegankelijke en ‘rockende’ nummer van het album. Het doet in dat opzicht wel wat denken aan Ritual Lovers van de vorige langspeler. Ook Incarnation en All That Black onderscheiden zich in positieve zin, met name door de bevlogen recitaties van de frontvrouw, wiens enigmatische stemgeluid voor een verdere verrijking van de duistere muzikale droomwereld van Wolvennest zorgt. In het tribale, koortsachtige Souffle De Mort dragen de Franstalige vocalen nog meer bij aan het creëren van een occult en sinister effect. Het is een machtige afsluiter, waarin het ritualistische en hypnotiserende dimensies van Wolvennest het meest volledig tot wasdom komen.
Temple heeft iets langer de tijd nodig gehad om echt te groeien dan de vorige platen. Het album mist de unieke, spookachtige sound van het debuut en de pure, gitzwarte genialiteit van Void. Desondanks ontpopt ook deze derde full-length zich tot een fantastische, immersieve luisterervaring.
Tracklist:
1. Mantra
2. Swear To Fire
3. Alecto
4. Incarnation
5. All That Black
6. Succubus
7. Disappear
8. Souffle De Mort