De Main Stage wordt op zaterdag geopend door de snoeiharde metalcore van Stray From The Path. Helaas is het publiek nog niet in groten getale aanwezig, maar dat doet niks af aan het enthousiasme van de band. De leden springen in het rond en hebben het duidelijk naar hun zin. Dat de band een extreem politieke inslag heeft, wordt snel duidelijk als je luistert naar de lyrics en de praatjes van de frontman tussen de nummers door. Zo worden de wantoestanden bij ICE aangehaald voordat de knaller Goodnight Alt-Right begint. Vooraan wordt actief meegedaan, maar de energie van de band wil niet echt door naar achteren trekken. De Main Stage is duidelijk te groot, maar de band blijft goed spelen. Het publiek loopt content weg, maar dit soort muziek past wat beter op bijvoorbeeld de Jupiler Stage. (Sam)
In de Marquee treedt Bölzer aan. Het duo weet, ondanks dat ze maar met zijn tweeën zijn, een bewonderenswaardige muur van geluid neer te zetten. De black metal van de heren is nogal een hap die je voorgeschoteld krijgt en de Marquee blijft het hele optreden half gevuld. Van de controverse rond zijn tatoeages lijkt zanger KzR zich weinig aan te trekken. Met alleen een mouwloos jacket aan zijn de talrijke tatoeages op zijn bovenlichaam, waaronder meerdere swastika’s, duidelijk te zien. Hoewel hij meerdere malen heeft benadrukt deze swastika’s met zijn spiritualiteit te verbinden, en dus niet met het nazisme, schrikt het duidelijk wat mensen af die de band niet kennen. Maar dit mag niks afdoen aan de muziek die Bölzer maakt, want deze blijft het hele optreden lang sterk. De bij vlagen snoeiharde black metal dondert door de hele tent en liefhebbers zijn er duidelijk van aan het genieten. Aan het einde van het optreden is het duidelijk dat Bölzer wat nieuwe zieltjes heeft gewonnen. (Sam)
Backyard Babies is al opgericht in 1989, maar heeft hier nooit echt voet aan de grond gekregen. De Zweden maken aanstekelijke hardrock, of sleaze-rock zoals ze het zelf noemen, en staan vandaag voor het eerst op het podium in Dessel. Voor nog weinig publiek werkt de groep hard om zieltjes te winnen, maar krijgt deze de klus niet echt geklaard. Het is niet slecht wat de mannen brengen, maar fantastisch wordt het ook nergens. Afsluiter Nomadic is echter wel een erg lekkere track die terecht enkele mensen in beweging krijgt. Verder dan dat weet de groep helaas niet te overtuigen. (Marcel)
Het is lekker wakker worden met de rock van Thundermother. De vier Zweedse dames hebben er zin in. Het is wel even wennen aan de nieuwe gezichten nadat de groep vorig jaar een gedaantewisseling onderging. Oprichtster Filippa Nässil zag vier leden vertrekken en verwelkomde even later zangeres Guernica Mancini, bassiste Sara Pettersson en drumster Emlee Johansson. Elk van de dames komt vandaag even in de spotlights te staan. Emlee met een solo, Guernica door te melden dat ze vooruit kijkt op het duel Zweden – Duitsland omdat de crew Duits is, Sara met haar stoere kapsel en danspasjes en Filippa vanwege het gitaar spelen in het publiek. Het is nog te vroeg voor een groot feest, maar Thundermother 2.0 brengt het er goed vanaf met onder andere de tracks van het eerder dit jaar verschenen gelijknamige album en is gezegend met een goede geluidsafstelling. Rock and roll is not dead! Gaat dat zien op 29 november in Roeselare en op 30 november in Cultuurpodium Boerderij te Zoetermeer. (Jeffrey)
Als er een prijs zou zijn voor het saaiste optreden van het festival, dan zou Seether ongetwijfeld een grote kanshebber zijn. De oorspronkelijke Zuid-Afrikaanse band staat maar zielloos op het podium, zoekt geen interactie met het publiek en lijkt elke vorm van beleving te missen. Gelukkig laten de heren de muziek voor zich spreken en deze is goed. De krachtige hardrock komt goed de boxen uit en tracks als Gasoline, Betray And Grade en afsluiter Remedy klinken prima. Broken (wellicht het meest bekende nummer van de band) komt helaas niet voorbij. Iets wat toch als een gemiste kans aanvoelt. Muzikaal staan de heren hun mannetje, maar het zou fijn als als de band ook iets gemotiveerder voor de dag komt. (Marcel)
Het verrassingselement is er inmiddels wel een beetje af bij Batushka, dat een reguliere bezoeker of iemand die de band wel eens vaker heeft gezien, vandaag slechts verrast door Yekteniya 8 niet te spelen. Maar als je de plechtigheid van dit bijzondere gezelschap voor het eerst bijwoont, kun je uiteraard nog steeds geïntrigeerd zijn door de stijlvolle aankleding van het podium en de statische, onherkenbare, maar prachtig aangeklede bandleden. Ook vandaag is de koorzang goed te horen te midden van de razende, soms sludgy black metal. Juist die dualiteit werkt intrigerend, vooral in combinatie met de eerbiedige liturgie. Batushka komt het beste tot zijn recht in een kleinere zaal, maar stelt vandaag niet teleur. (Jeffrey)
Vixen zorgt voor leuk vertier in de middag op de Main Stage. De klassieke hardrockband vindt zijn oorsprong in de jaren tachtig en bestaat volledig uit vrouwen. Als tegenhanger van de vooral door mannen gedomineerde wereld, deed de band het destijds goed en ook nu zou daar enige relevatie uitgehaald kunnen worden. Stabiel is de groep echter nooit geweest en de band heeft al evenveel break-ups als reünies op haar naam staan. Tegenwoordig lijkt het goed te gaan. De formatie al sinds 2012 actief en vandaag staan de dames eindelijk voor het eerst op Graspop. Vocaliste en gitariste Janet Gardner zingt niet zo mooi meer als in de hoogtijdagen. Ze klinkt iets heser, maar levert verder een prima prestatie. Ook de rest van de bandleden doet goed zijn best. De dames staan gemotiveerd op het podium. Er wordt veel werk gespeeld van de eerste twee en tevens beste albums. Daarnaast komt er ook nog een geslaagde cover van Deep Purple (Perfect Strangers) voorbij. Bassiste Share Pedersen mag ook nog een nummer zingen. Ze neemt I Don't Need No Doctor voor haar rekening. Vixen is bezig met nieuw materiaal en laat zodoende You Oughta Now By Now horen. Al kun je niet helemaal van nieuw werk spreken, aangezien dit een nooit eerder uitgebracht lied uit de hoogtijdagen betreft. Met Streets In Paradise en Edge Of A Broken Heart komen de grotere hits nog even voorbij en dan is het klaar. De groep speelt fijn en komt goed voor de dag, maar uiteindelijk kun je er niet omheen dat al het materiaal toch vrij simpel en gedateerd klinkt. Voor de nostalgie is het echter leuk om de vrouwen aan het werk te zien. (Marcel)
Het classicrocktrio The Vintage Caravan brengt de seventies weer tot leven in de Metal Dome. De IJslanders komen op 31 augustus met een nieuw album, maar vandaag brengen gitarist/zanger Óskar Logi, bassist Alexander Örn en drummer Stefán Ari vooral oudere songs ten gehore. Soms rockt het lekker stevig, zoals in Crazy Horses en Midnight Meditation (met meeklappend publiek). Met Innerverse doet het drietal het lekker rustig aan. Babylon en Expand Your Mind behoren tot de hoogtepunten. Het is knap dat de enthousiaste en energieke muzikanten, die gemiddeld vierentwintig jaar zijn, het geluid en gevoel van de jaren zeventig zo goed en vol kunnen reproduceren. Er is dan ook veel belangstelling voor de show en veel bijval achteraf. Terecht, want The Vintage Caravan presteert uitstekend. (Jeffrey)
“Wij zijn Asphyx uit Nederland en spelen death fucking metal.” Het zijn de woorden waarmee zanger Martin Van Drunen het podium opkomt. De Nederlandse deathdoomformatie begint meteen agressief te spelen voor een halfvolle Marquee. Deze stroomt gelukkig wel steeds voller terwijl het optreden vordert. Tijdens het optreden van Asphyx speelt België op het WK tegen Tunesië, wat zou kunnen verklaren waarom het relatief rustig is. Desondanks deelt Martin tijdens het optreden de (achterhaalde) score mee en bedankt het publiek voor zijn aanwezigheid. Omdat ze weinig tijd hebben, iets wat hij nog vaker zal zeggen tijdens dit optreden, gaan ze meteen verder met het nummer Death The Brutal Way. Speciaal voor Graspop heeft Asphyx It Came From The Skies op de setlist gezet. Deze track wordt met luid gejuich ontvangen. Hierna draagt de band Deathhammer op aan de crew van Asphyx en Graspop. De bandleden hebben duidelijk plezier in het spelen en het publiek in het luisteren. The Rack wordt aangekondigd met de uitspraak: ”Als je dit nummer niet kent, snap je geen donder van Asphyx.” De bandleden worden voorgesteld voordat het laatste nummer, The Last One On Earth, wordt ingezet. Na het optreden is het voor iedere aanwezige weer duidelijk gemaakt waarom Asphyx tot de top van de death metal behoort. (Sam)
Asking Alexandria was in zijn begindagen een metalcoreband waar rekening mee gehouden diende te worden. Hedendaags bewandelt de groep vooral het tamme en melodieuze pad, die groepen zoals Linkin Park en Bring Me The Horizon al bewandelden. Waar het intern even rommelde en van korte duur van zanger gewisseld werd, is vocalist Danny Worsnop nu weer terug op het nest. De periode dat Denis Stoff zijn plek bezet hield, lijkt de groep dan ook te willen vergeten, want op de setlist vind je geen track meer uit deze tijd terug. Er wordt vooral gefocust op de Worsnop-terugkeerplaat die vernoemd is naar de band zelf en dat houdt in dat er veel softe en melodieuze nummers voorbijkomen en weinig krachtige metalcore. Af en toe vind een klassieker, zoals The Final Episode (Let's Change The Channel) en The Death Of Me zijn weg naar de speakers, maar het optreden blijft vooral erg tam. Worsnop is een prima vocalist, maar straalt op het podium niets uit. Daarentegen krijg je het gevoel dat zijn bandmaten juist vooral iedereen proberen te overtuigen van hun 'rock 'n roll-zijn', maar uiteindelijk gaat het hier vooral om een band die elke trend achtervolgt. Muzikaal hebben de heren het goed voor elkaar en spelen ze goed, maar op het podium gebeurt er niets en de melodramatische nummers klinken vooral oppervlakkig en saai. Toch lijkt er veel aandacht te zijn voor Asking Alexandria, maar wat ook blijkt, is dat de voetbalwedstrijd van België op het grote scherm daarvoor afgespeeld wordt. Gezien de uitslag moet dat vast veel opwindender zijn geweest dat het optreden van Asking Alexandria. (Marcel)
Het Griekse Planet Of Zeus is een welkome verrassing in de Metal Dome. De formatie speelt stevige rock, met daarbij veel southern- en stoner-invloeden. Het is de strot van vocalist/gitarist Babis Papanikolaou die vooral opvalt, zeker wanneer hij het nummer Loyal To The Pack opent met een krachtige scream. Daarnaast is de ritmesectie ook overduidelijk aanwezig. De gitaarriffs zijn deftig en verwennen de luisteraar, terwijl de drums hard beuken. Het fijne aan de groep is dat het van erg hard kan omslaan naar melodieus. Planet Of Zeus trekt dan ook aardig veel bekijks en ondanks dat deze niet vol is, is deze goed gevuld. Het is jammer van enkele geluidsproblemen, maar voor de rest laten deze Grieken een prima visitekaartje achter. (Marcel)
Elize Ryd is de verpersoonlijking van verleiding. De speelse zangeres van Amaranthe windt de grote hoeveelheid bezoekers in de Marquee met gemak om haar vingers, al moet gezegd worden dat de staat van euforie zoals die zich in 2016 in de Metal Dome voordeed, niet geëvenaard wordt. Dat ligt met name aan het matige geluid. Er zit een brom in het geheel die tussen de nummers door goed hoorbaar is. Bovendien staat het gitaargeluid wat dof afgesteld. Zo spettert de popmetal slechts in beperkte mate. Jammer, want de bandleden zijn enorm actief zoals altijd. Ook Nils Molin heeft zich in korte tijd bewezen als goede opvolger van Jake E. Henrik Englund Wilhemsson doet ook zijn best met zijn extreme vocalen en staat tijdens Fury in de spotlights, maar de obscene gebaren had hij beslist achterwege mogen laten. Ondanks het matige geluid en dankzij de inspanningen van de bandleden is het genieten blazen en onmogelijk om stil te blijven staan met feestsongs als Digital World, 1.000.000 Lightyears, Invincible, Hunger, Drop Dead Cynical en The Nexus. Met Amaranthine en True is er ruimte voor de gevoelige noot. Elize improviseert zoals altijd met timing en zanglijnen. Die spontaniteit is juist een van de redenen dat optredens van Amaranthe de moeite waard zijn. Er is dan ook veel bijval. Voor de uitzinnige fans wellicht het hoogtepunt van het festival. (Jeffrey)
Bij de setlist van een klassieke band die een doorstart heeft gemaakt, is altijd een beetje afwachten wat je te horen krijgt. Dit geldt ook voor Accept, waar veel jonge en oudere fans door elkaar staan. Maar gelukkig heeft Accept een heel fijne afwisseling gevonden. Na de nieuwe nummers Die By The Sword en Pandemic volgt een reeks klassiekers waaronder Fast As A Shark en Metal Heart. Dit alles wordt gebracht met het enthousiasme dat we gewend zijn van Accept. Gitarist Wolf Hoffman en bassist Peter Baltes, de enige overgebleven originele bandleden, springen als jonge wolven over het podium. De hoge tonen van zanger Mark Tornillo vallen zo nu en dan weg, maar verder zweept hij het publiek op. De aanwezigen zingen tot ver achterin het veld uit volle borst mee. Onder een doorgebroken zon worden de laatste nummers, Teutonic Terror en Balls To The Wall ingezet. Accept bewijst live nog steeds een goed geoliede machine te zijn en de Graspop-bezoekers tonen aan de klassiekers van de band nog lang niet vergeten te zijn. (Sam)
Crossfaith bouwt een feestje op de Jupiler Stage, dat niet snel vergeten zal worden. Sowieso blijft dit podium het leukste podium van het festival. Dit vanwege zijn kleinschaligheid en de vele energieke bands die er optreden. Vaak nog jonge honden die er alles aan doen om te overtuigen. In het geval van het uit Japan afkomstige Crossfaith gaat het ook om vrij jonge lui die nog niet echt voet aan de grond hebben gekregen in Europa. Al doet de band beslist geen slechte zaken en met energieke optredens zoals vandaag zal de fanbase snel toenemen. De heren mengen een heel scala aan genres waaronder metalcore, death- en hardcore en elektronica tot één brouwsel. In die zin heeft de band wel raakvlakken met Enter Shikari. De groepsleden springen heen en weer op het podium, terwijl vocalist Kenta Koie de boel vakkundig bij elkaar schreeuwt en bij tijden ook rapt. Hij krijgt hierbij hulp van Terufumi Tamano, die de elektronica bedient en ook iets teveel bewust van zichzelf lijkt te zijn. Hij mag zich graag net iets te overdreven in de schijnwerpers zetten, maar dondert in al zijn enthousiasme ook bijna van het podium af. Het is de cover Omen van The Prodigy die het publiek doet ontploffen en uiteindelijk op de hurken brengt om daarna te ontaarden in een gigantische pit. Levithian sluit het optreden succesvol af en enkele bandleden duiken nog even het publiek in. Crossfaith is hiermee een hoogtepuntje van de dag. (Marcel)
Na The Vintage Caravan mag Kadavar aantreden in de Metal Dome. We blijven dus nog even hangen in de vintagesferen van Black Sabbath, Jimi Hendrix en Led Zeppelin. Ook de formatie uit Berlijn brengt het er goed vanaf, al is de zang van Lupus nauwelijks te horen en staan de baspartijen van Simon ‘Dragon’ Bouteloup te hard in de mix. De baspartijen maken uiteraard een belangrijk onderdeel uit van de sound (zeker bij het recentere materiaal als Into The Wormhole en Die Baby Die), maar te veel van het goede is niet prettig, want het drukt de bijdrage van Lupus weg. Het blijft echter geweldig om het wild headbangende trio te zien werken (Tiger doet zijn naam aan op zijn ‘kale’ drumset), maar met een beter geluid in een kleinere zaal komen de bebaarde retrorockers beslist beter tot hun recht. (Jeffrey)
Exodus geeft de Marquee A Lesson In Violence. Ook al zullen sommigen het jammer vinden dat Rob Dukes en Gary Holt (laatstgenoemde wellicht tijdelijk) niet meer van de partij zijn, Steven ‘Zetro’ Souza en Kragen Lum (Heathen, Prototype, Psychosis) brengen het er samen met de anderen goed vanaf, al mogen de gitaren wat vaker gestemd worden, zoals blijkt tijdens Deliver Us To Evil. De Amerikanen gaan er vanaf het begin stevig tegenaan en al tijdens de eerste reguliere track Blood In, Blood Out is er een circle pit. De wat zwaarlijvige frontman moedigt de meute meerdere keren aan om zich te laten horen en tot zijn tevredenheid vindt hij respons, ook als hij vraagt “to turn the motherfucking pit more violent than before”. De voorste regionen schreeuwen mee met And Then There Were None. De set, die wordt opgedragen aan Vinnie Paul (“We’re one big heavy metal family right? We lost a family member. Love you brother.”), bevat een goede mix tussen nieuwe songs en oude krakers met de nadruk op old school tracks. Het tweede deel van de set is een feest der herkenning met een steeds groter wordende chaos dankzij A Lesson In Violence, Blacklist, Bonded By Blood, The Toxic Waltz en Strike Of The Beast (met wall of death). De stemming wordt tussendoor steeds beter, zeker als Zetro een update deelt: “Belgium 5, Tunesia 2.” Exodus behoort beslist tot de hoogtepunten van de zaterdag. (Jeffrey)
Arch Enemy kan rekenen op veel interesse. Al ruim voordat het optreden begint, heeft er zich al een grote menigte verzameld. De melodieuze deathmetalformatie uit Zweden, met screamqueen Alissa White-Gluz timmert al jaren goed aan de weg, maar lijkt met de komst van de blauwharige frontvrouw ook mainstream meer succes te boeken. Vorig jaar bracht de band Will To Power uit en vandaag staan de heren en dame in Dessel om die plaat te promoten. De setlist bestaat dan ook bijna voor de helft uit nummers van dat album, aangevuld met de grootste klassiekers en ander werk met Alissa op zang. Van het oude Arch Enemy is dan hedendaags ook nog maar weinig terug te zien en horen. Desondanks is de groep een meer dan solide live-machine. Aan het hele optreden is niets spontaans meer en alles is voorgescript, al zijn de krullen in het haar van Alissa wel een kleine verrassing. Desondanks overtuigt de band met gemak. Bandleider Michaell Amott mag dan als een zoutzak op het podium staan, maar gitaar spelen kan hij uitmuntend. Daarnaast heeft hij een even uitmuntende gitaarspeler naast zich staan met de sympathieke Jeff Loomis (ex-Nevermore). Vocaal klinkt het allemaal goed en in tegenstelling tot het optreden op FortaRock zijn hier geen geluidsproblemen. Al blijft het geluid op de Main Stages altijd wel een ding. Het valt op dat het nieuwe werk eigenlijk even goed ontvangen wordt als het oude werk. Vooral The Eagle Flies Alone krijgt veel bijval. Daarnaast is het genieten van de zware riffs en het fantastische intro van First Day In Hell. Nemesis mag afsluiten en brengt nog een horde aan crowdsurfers richting het front. Arch Enemy kan terugkijken op een generiek, maar geslaagd optreden. (Marcel)
De Duitse thrashers van Kreator hebben een prominente plek en tijd op het hoofdpodium. Zelfs na een carrière van meer dan dertig jaar is de groep nog steeds hongerig en komt deze met kwalitatieve albums. Het recente Gods Of Violence (2017) is zo'n album, al doet hij net onder van het geweldige Phantom Antichrist. Het is dan ook niet vreemd dat Kreator nog steeds nieuwe en jonge fans aan zich weet te binden en zodoende staat jong en oud gebroederlijk naast elkaar te wachten tot de heren onder leiding van Mille Petrozza het podium opkomen. Kreator oogt gretig en gaat van start met Phantom Antichrist om zich vervolgens voornamelijk op recent werkt te richten, afgewisseld met wat oudjes. Het geluid staat degelijk afgesteld en zodoende komt het gitaarwerk aardig uit de verf en datzeflde geldt voor de vocalen van Mille. Fallen Brother is tegen het einde van de set de uitgelezen kans om stil te staan bij de plotselinge dood van Vinnie Paul en hij krijgt dan ook een passend eerbetoon met dit nummer. Ondertussen heeft de security het vooraan druk met het opvangen van de crowdsurfers en is er non stop een pit aan de gang. Bij de razendsnelle afsluiter Pleassure To Kill geeft zowel het publiek als de band nog één keer alles. De heren werken op hun snelst en felst en de toeschouwers liggen overhoop in één massale pit. Met een ietwat ongepaste grote zilveren confetti-regen eindigt de show. Het komt namelijk een beetje absurd over om stoere thrashers met tracks als Satan is Real, Violent Revolution en Pleasure To Kill te zien eindigen met een confetti-kanon. Daar kan wel iets stoerders tegenover staan. (Marcel)
In de Marquee mag Marduk zijn allesverpletterende black metal laten horen. De tent is redelijk gevuld als de leden beginnen met spelen en alle aanwezigen doen goed mee. Er begint een kleine pit en alles loopt soepel. Maar na een paar nummers gaat de band het podium af. Na een net iets te lange tijd van stilte klinkt er weer een intromuziekje en komt de band terug om verder te gaan waar ze mee bezig waren. De kans is groot dat er geluidsproblemen waren. Werwolf en Equestrian Bloodlust van het nieuwe album Viktoria worden ten gehore gebracht. Het publiek neemt de nummers gulzig op en blijft actief meebrullen en klappen. Op de pauze aan het begin na valt er weinig aan te merken op de goede set die Marduk neerzet. De panzerdivisie heeft weer bewezen zijn mannetje te kunnen staan. (Sam)
De supergroep Sons Of Apollo kwam vorig jaar met het debuutalbum Psychotic Symphony, dat relatief goed werd ontvangen. De verwachtingen voor vandaag zijn hooggespannen, maar toch kunnen drummer Mike Portnoy, bassist Billy Sheehan, toetsenist Derek Sherinian, vocalist Jeff Scott Soto en gitarist Ron ‘Bumblefoot’ Thal de verwachtingen niet helemaal waarmaken. Dat komt vooral door het harde, schreeuwerige geluid waardoor de nuances nauwelijks waar te nemen zijn. Zo drukt het basgeluid de gitaar- en toetsenpartijenweg. Een gemiste kans dus. Ook lijden de stembanden van Jeff Scott Soto aan slijtage. De mannen staan echter met veel plezier te spelen. Er is veel beweging en de frontman doet enorm zijn best om de toeschouwers mee te krijgen. Dat lukt gedeeltelijk. Een positief voorbeeld is het na laten zingen van "I'm coming home." Het festivalpubliek lijkt grotendeels onbekend met het songmateriaal, maar het toegankelijke Signs Of The Time, het melodieuze Alive en Coming Home (waarbij het publiek dus goed betrokken wordt) krijgen de goedkeuring. Labyrinth krijgt die ook, maar dan vooral vanwege het feit dat deze compositie het beste ruimte laat in de individuele kwaliteiten van het kwintet. Zo krijgt iedere muzikant de ruimte om te excelleren, maar is het dus jammer dat de geluidsman geen mooie totaalsound weet neer te zetten. Het optreden levert daarom gemengde reacties op. (Jeffrey)
Punkrock krijgt de laatste jaren een steeds prominentere plek op Graspop. Waar voorheen nog bands stonden die gewoon vooral lekker hard moesten raggen of een zeer verdienstelijke historie hebben, zie je tegenwoordig ook groepen die mainstream meer succes hebben. Rise Against is één van deze groepen. De Amerikaanse punkrockband stamt alweer uit 1999 en heeft in het verleden een aantal zeer prettige punkrock-albums afgeleverd. De laatste jaren is echter het tempo en de energie fors omlaag gegaan en zo zijn ook de screams van zanger Tim McIlrath verdwenen. Is een plek op dit late tijdstip dan nog wel gerechtvaardigd, is de vraag. Het antwoord is ja. De heren zijn erg populair en al voor het optreden begint, staat het veld al vol met belangstellenden. Deze mensen krijgen een gedegen rockshow te zien. Rise Against haalt live vooral zijn kracht uit de emotie die Tim McIlrath overbrengt op het publiek. De performance van de heren is verder wat statisch, maar de uitwerking van de nummers komt wel over. Het zijn oude tracks als Ready To Fall, Give It All en Savior die indruk achterlaten. De diepzinnigheid en zwaarmoedigheid van de nieuwere tracks werkt echter een beetje ontmoedigend. Ze missen vooral tempo en kracht om echt aan te slaan. Met Make It Stop (September's Children) en een uitgebreide versie van Prayer Of The Refugee werkt Rise Against naar een einde toe. Het is allemaal degelijk wat Rise Against laat horen, maar een verpletterende indruk laten de heren niet achter. Al is de innige omhelzing van Tim McIlrath met een fan na afloop van het optreden wel hartverwarmend te noemen. (Marcel)
Eerder dit jaar kwam At The Gates met het uitstekende album To Drink From The Night Itself. Vandaag is er dan ook aandacht voor songs van die zesde full-length van de melodieuze deathmetalformatie (het titelnummer, het zware en sfeervolle A Stare Bound In Stone en “one of the meanest motherfuckers” The Chasm). Toch is er met acht songs nog meer aandacht voor At War With Reality (2014). De Noord-Europeanen wisselen de nieuwe(re) tracks handig af met krakers als Slaughter Of The Soul (“Go!”), Cold, A Serpent Soul, Nausea, Suicide Nation en Blinded By Fear. Het geluid staat naar behoren afgesteld. Niet té hard zoals bij At The Gates wel eens het geval is. Qua show is er niet veel te beleven. Voor iemand van buitenaf is het wat saai en zijn de schorre vocalen van Tomas Lindberg monotoon. Dat zorgt dan ook vroeg of laat voor wat minder bijval in de Marquee en meer in- en uitloop. Een selecte groep voorin blijft echter staan en geniet van de solide prestaties van de mannen die dankbaar zijn voor de steun die ze al jaren krijgen. Dat tijdens A Serpent Soul en Suicide Nation het geluid in de zaal kortstondig wegvalt, mag de pret niet drukken. (Jeffrey)
Er is al veel gezegd over het slechte geluid bij de Main Stages, maar tijdens Megadeth daalt het niveau tot een abominabel minpunt. Zo slecht als tijdens dit optreden is het dit weekend nog niet geweest. Het is alsof nog even benadrukt moet worden dat drummer Dirk Verbeuren de Belgische trots is, want het enige wat je bijna de eerste helft van de set hoort, zijn zijn drumpartijen. Zijn gedrum overstemt zowel de gitaren als de zang van Dave Mustaine. Het staat zo luid dat er van de songs weinig te genieten valt. Dat is jammer, want de thrash-veteranen starten verdienstelijk met het geweldige Hangar 18. Zoals gebruikelijk spelen de heren met verve, maar heel levendig oogt het allemaal niet. Daarnaast heeft de groep het er zich visueel ook wel erg makkelijk vanaf gemaakt. De imposante led-schermen van de vorige tour zijn achterwege gelaten en hebben plaatsgemaakt voor een simpele Megadeth-banner. Visueel zijn er dan geen verrassingen, maar in de setlist zijn deze er zeker wel. Het meest recente album Dystopia (2016) is inmiddels al wel voorgesteld in Dessel en dat geeft ruimte om wat minder vanzelfsprekende toppers uit de catalogus te spelen. Zo komt The Conjuring na jaren weer eens voorbij, maar ook verrassend is het aan Vinnie Paul opgedragen My Last Words. De bezoeker die vervolgens niet zo bekend is met Megadeth denkt dan nog even een stuk Metallica te horen als The Mechanix wordt ingezet, en uiteraard is het natuurlijk ook een soort van Metallica-geschiedenis, maar dan de geschiedenis zoals deze volgens Mustaine geschreven diende te worden. De roodharige frontman zelf is overigens vrij tam dit optreden. Is hij normaal al slecht te verstaan, is dit door het slechte geluid nog erger. Al wordt dit gelukkig de tweede helft van de set beter. In dit gedeelte valt sowieso alles beter op zijn plek, omdat de geluidsproblemen een beetje opgelost zijn en de band krakers als Peace Sells, Symphony Of Destruction en afsluiter Holy Wars op het publiek afvuurt. Zodoende komt het optreden wel tot een feestelijke einde, maar Megadeth heeft, ondanks de zeer fijne setlist, betere indrukken achter gelaten op Graspop. (Marcel)
In de sfeervolle setting van de Metal Dome komt de mix van sludge, metal en stoner van Baroness zeer goed tot zijn recht. Een dag later is Sebastian Thomson er vanwege familieomstandigheden niet bij op Hellfest, maar vandaag vormt het kwartet uit Georgia de kenmerkende eenheid. De enthousiaste zanger/gitarist John Baizley is onder de indruk van de opkomst en de bijval. Het optreden kent een ijzersterke start met Take My Bones Away, maar kent ook daarna weinig mindere momenten. Wat te denken van March To The Sea en het fraaie rustpunt The Green Theme? Steeds is er wel iets in de composities dat de aandacht vergt: een catchy refrein (Shock Me), de Thin Lizzy-achtige twinleads in het mooi opgebouwde Chlorine & Wine of de tegendraadse ritmiek in Morningstar bijvoorbeeld. De prachtige combinatie If I Have To Wake Up (Would You Stop The Rain?) / Fugue is zeker een van de hoogtepunten. Het is volop genieten en vanwege de uitbundige reacties en het “we want more” keren de Amerikanen terug voor een ongeplande toegift met Kerosene. Baroness voegt zich hiermee in het rijtje hoogtepunten van zaterdag. (Jeffrey)
Volbeat dient zich aan als de derde headliner van het festival. Tussen al het nostalgische gitaargeweld van de andere hoofdacts is het goed om een relatieve nieuwkomer te zien die de positie ook in kan vullen. De Deense formatie is razend populair en kan met zijn muziek zowel de gelouterde metalfan bekoren als de generieke radioluisteraar, die een rockuitstapje wel kan waarderen. Kritiek is er echter ook op de heren, aangezien de band steeds verder weg lijken te dwalen van zijn metalroots en zich meer richt op de mainstream en hierbij veel in de herhaling valt. Het zal de mannen onder leiding van Michael Poulsen echter een zorg zijn, want zij zien hun bandnaam voor de tweede keer het grootst afgedrukt worden op de festivalaffiche en ditmaal tussen grootmachten als Iron Maiden, Ozzy Osbourne en Guns N' Roses.
Deze keer heeft Volbeat geen nieuw album te promoten, dus kan er rijkelijk geput worden uit het verleden van de band en is het hopen op een veelzijdige set. Dit schotelen de mannen deels voor, al blijven echte grote verrassingen uit het verleden achterwege. Het recente The Devil's Bleeding Crown mag het spits afbijten en wat meteen opvalt is dat er ditmaal niet eens zo veel aandacht aan het stagedesign is besteed. Waar tijdens de vorige tour nog het gehele podium in vuur en vlam gezet kon worden, brengt Volbeat geen enkele visueel spektakelstuk met zich mee. Ditmaal laten de mannen enkel de muziek spreken en ze doen dit echter formidabel. Het geluid staat vanaf het begin goed en de enthousiaste frontman hoeft weinig moeite te doen om het publiek mee te krijgen. Hij is goed bij stem en op het podium is hij nooit op een slecht humeur te betrappen. Wat ook opvalt, is dat gitarist Rob Caggiano steeds meer geïntegreerd is als volwaardig bandlid en ook op het podium meer begint op te leven. Grootste verrassing wat hem aangaat, is dat hij dit keer zijn beanie niet opheeft, maar een andere muts. Bassist Kaspar Boye Larsen is het meest recente lid. Hij lijkt zijn plek ook prima gevonden te hebben tussen oldtimers Michael Poulsen en drummer Jon Larsen.
Het eerste gedeelte van het optreden bestaat voornamelijk uit tracks die elk optreden van Volbeat voorbijkomen, maar ook gelden als de grootste gangmakers. Heaven Nor Hell gaat over in een kleine medley van A Warrior's Call en de heerlijke cover I Only Want To Be With You. Dit zijn nummers die de voetjes van de vloer krijgen en Lola Montez krijgt de toeschouwers daarna aan het meezingen. Dit is natuurlijk het ideale voorwerk voor het Metallica/Johnny Cash-brouwseltje Sad Man's Tongue, dat bij elk optreden van Volbeat altijd geldt als hoogtepunt. Pool Of Booze, Booze, Booza houdt deze energie hierna nog even vast en geldt als een welkome terugkeer in de set.
De grootste verrassing van de show komt pas wanneer de band een nieuw nummer aankondigt. Poulsen benoemt dat hij inmiddels vader is geworden en dat de formatie bezig is met een nieuwe plaat, die volgend jaar ergens verwacht wordt. De nieuwe track, genaamd The Everlasting , is overduidelijk geïnspireerd door het vaderschap van de sympathieke frontman en klinkt in eerste instantie weer als een iets stevigere song. Het riffwerk is overduidelijk gebaseerd op Metallica en halverwege komt er nog een fijne solo voorbij. Het is verre van een terugkeer naar de begindagen van Volbeat, maar het klinkt steviger in de oren als veel materiaal van Seal The Deal And Let's Boogie (2016). Na The Everlasting en For Evigt volgt nog een sterk moment als de groep het moment aangrijpt om stil te staan bij de dood van Vinnie Paul. Zijn foto word levensgroot op de videoschermen vertoond en aan hem wordt Goodbye Forever opgedragen. Van alle hommages van vandaag is deze zeker het indrukwekkendste.
Na nog wat grote hits is het kwartet dan al weer aanbeland bij de encore. Met Black Rose, Fallen en knaller Still Counting breidt Volbeat er een einde aan. De groep geeft een show die aan alle verwachtingen voldoet, maar ook weinig extra's met zich meebrengt. Een aantal minder vaak gespeelde tracks weet zijn weg weer naar de setlist te vinden en dat de band met een nieuw song op de proppen komt is ook bijzonder, maar qua show was het vooral tam en saai. De muziek spreekt echter voor zich en die was goed. Volbeat houdt zich prima staande als headliner, maar de volgende keer mag er best iets meer aandacht zijn voor randzaken. (Marcel)
”The next song is 118 beats per minute and it’s called As You Die.” Droogkloot Nick Holmes van Bloodbath is helaas niet heel spraakzaam vandaag en laat de old school death metal liever voor zich spreken. Net als bij At The Gates geldt dat er weinig te beleven is qua show. Er is weinig contact met het publiek en Holmes heeft er wel eens gemotiveerder bij gestaan. Dat neemt niet weg dat het optreden instrumentaal gezien verder goed is. Het geluid staat behoorlijk afgesteld en met name de leadpartijen zijn mooi uitgelicht (Like Fire. Breeding Death, Bathe In Blood en Beyond Cremation hakken er goed in en na de Cancer-cover Blood Bath is Eaten uiteraard de gewenste afsluiter van een bloederig en smerig optreden dat de Zweedse sound van Entombed, Carnage en Dismember in ere houdt. (Jeffrey)
Het is altijd maar weer de vraag wat er gaat gebeuren als je een Marilyn Manson-show voorgeschoteld krijgt. Is de man in vorm en zal hij voor top-entertainment zorgen, of zijn het weer dramatische taferelen die zich op het podium gaan afspelen en is het niveau bedroevend slecht? Tegenwoordig hoor je helaas vaak weer geluiden uit de laatste categorie en blijkt de shockrockzanger niet meer vooruit te branden te zijn. Vandaag in Dessel is het gelukkig positief gesteld. De iconische frontman oogt zowaar gemotiveerd en brengt een optreden vol klassiekers, aangevuld met nieuw materiaal. Met Irresponsible Hate Anthem en Angel With The Scabbed Wings opent de band en het valt op dat Manson goed bij stem is. Erg energiek is hij niet, maar dat is hij jaren al niet meer. Hij wandelt rustig heen en weer over het podium en doet zijn ding. Show-element is er ook vrij weinig, al wordt er wel sfeer gecreëerd door te spelen met de belichting. Vervolgens komt er een rijtje aan hits voorbij. Deep Six, This Is The New Shit, Disposable Teens en Mobscene passeren de revue. Allen in een gedegen uitvoering, maar nergens speciaal. Tijdens het matige Kill4Me van het matige, recente album Heaven Upside Down worden er fanatieke, vrouwelijke fans op het podium uitgenodigd. Voor die fans erg leuk, maar voor het publiek een lange zit, want echt iets bijzonders gebeurt hier niet mee namelijk.
Qua show is dit ook eigenlijk het enige noemenswaardige waar de band mee op de proppen komt. Manson loopt verder nog wat heen en weer, buigt zich nog over verschillende attributen op het podium, maar choqueren of echt de aandacht ergens mee vestigen, doet hij niet. Hij zingt dan ook netjes het optreden uit, al is afsluiter Cry Little Sister (cover van Gerard McMann) dan wel weer een vreemd einde. De song is prima, maar niemand schijnt het te kennen en wanneer het nummer afgelopen is en Manson de microfoon op de grond gooit en zonder wat te zeggen wegloopt, blijft het publiek verbaasd achter, wachtend op meer. Eigenzinnig als de man is, blijft dit natuurlijk uit en het zal allemaal bij zijn performance horen, maar uiteindelijk doet hij hiermee zijn aardige show alleen maar teniet. (Marcel)