Nu 2024 definitief achter ons ligt, de oliebollen verteerd zijn, de vuurwerkresten weggeveegd worden en de kerstbomen opgeruimd zijn, is het de eerste maanden van 2025 nog één keer tijd om achterom te kijken naar het afgelopen muzikale jaar, voordat het vizier weer op de toekomst wordt gericht. Welke platen van vorig jaar zijn interessant genoeg om alsnog in de schijnwerpers te zetten? In deze terugblikkende reeks bespreek ik tien platen uit 2024 die zeker de moeite van het beluisteren waard zijn.
De tiende en laatste in deze serie die ik bespreek, is van de meest obscure band uit de reeks. Het Zwitserse Paysage D’Hiver is een eenmansproject van Wintherr, een heerschap dat al sinds 1997 in zijn eentje verantwoordelijk is voor enkele van de meest ruizige, ondergeproduceerde en ontoegankelijke blackmetalplaten die ik in mijn tienerjaren hoorde. De talloze demo’s, die eigenlijk vrijwel allemaal als volwaardige albums zouden kunnen tellen als we puur naar de lengte van het materiaal kijken, krijgen al snel een cultstatus. Wintherr weet later met zijn nieuwe ambient blackmetalproject Darkspace – ditmaal met twee kompanen in de line-up – een breder gevolg aan te spreken. Nu is ook Darkspace zeker geen ‘easy listening’, maar door de betere productie is de muziek wel iets beter verteerbaar dan de groezelige en ijzige sound van Paysage D’Hiver.
Ondanks het (relatieve) succes van Darkspace blijft Wintherr door de jaren heen materiaal uitbrengen met zijn primaire project. Zo verschijnt afgelopen jaar het kolossale Die Berge. Dat adjectief slaat niet alleen op de gemiddelde lengte van de nummers, die rond de grens van een kwartier ligt, maar vooral ook op de totale lengte van het album. Die Berge klokt uit na een buitensporige zeven(!) kwartier en daarmee niet eens het langste album van dit project. Het formele ‘debuutalbum’ Im Wald (2020), dat alles bij elkaar genomen het vijftiende wapenfeit van Paysage D’Hiver is, duurt zelfs twee uur in totaal. Dit soort muziek luister je dus niet tussen de soep en de aardappelen, zullen we maar zeggen. De albums van de Zwitser zijn ware uitputtingsslagen, die investerings- en incasseringsvermogen vragen.
Ook Die Berge is allesbehalve makkelijk behapbaar. De ruim achttien minuten durende opener Urgrund zet de toon voor wat komen gaat. Het nummer begint – hoe kan het ook anders – met samples van een gure winterstorm, die om de besneeuwde, desolate bergketens waait. We horen geluid dat doet denken aan krakend ijs en verschuivende gletsjers, totdat een minimalistische, lo-fi riff zijn intrede doet en een voortrazend drumritme de luisteraar begint te geselen. De repetitieve keyboardpartijen, die in de peilloze diepten lijken rond te zoemen, zorgen voor een hypnotiserende sfeer, terwijl het gegrauw en gekrijs van Wintherr - als een roepende ziel in de verte - nauwelijks hoorbaar is boven het grimmige, monotone spervuur. In achttien minuten zijn we al diep in onherbergzaam gebied beland, zoveel is duidelijk.
Het nummer loopt naadloos over in Verinnerlichung, dat ‘slechts’ een kwartier klokt. Het contrast tussen het genadeloze drumwerk en de drone-achtige, bijna bezwerende riffs zorgt voor een vreemd soort rust in de ijzige draaikolk, als een moment van serene stilte in het oog van de storm. Tijdens dit soort momenten, waarin de minimalistische productie, de uitgestrekte composities en de hypnotiserende maalstroom aan instrumentatie elkaar optimaal versterken, is de muziek van Paysage D’Hiver even onontkoombaar als sfeervol. Als een kilte die diep de botten intrekt, zo klinkt dit project.
Na ruim een half uur vrijwel non-stop reutelende black metal, vormt het Transzendenz-drieluik een uitgebreid rustpunt. Het is vrijwel niet voor mogelijk te houden, maar de band gaat hier nóg minimalistischer te werk. Transzendenz I bestaat uit een slepend mid-tempo ritme en sombere, monotone riffs. Om de beeldspraak door te trekken: waar het eerste deel van het album ons door een ijzige storm leidt, verbeeldt dit drieluik een eindeloze tocht, waarin we met bevroren ledematen al ploeterend onze weg moeten vervolgen door een uitgestrekt sneeuwlandschap. In Transzendenz II en Transzendenz III schakelt Wintherr verder terug totdat er weinig meer overblijft dan melancholische gitaarambient.
Terwijl de luisteraar vrijwel uitgeput naar het eind strompelt, in slaap gewiegd door de hypnotiserende ambientklanken van dit drieluik, vormt de getergde krijs waarmee Ausstieg wordt ingeluid de opmaat tot een fantastisch laatste deel. In de laatste vijfendertig minuten trekt Paysage D’Hiver alle registers open. Ausstieg bestookt de luisteraar met een niet aflatend spervuur aan intens gure riffs en striemend drumwerk, om in de tweede helft door te schakelen naar enkele epische, slepende passages. En de achttien minuten durende, instrumentale afsluiter Gipfel bevat enkele verrassend melodieuze doomriffs, die zelfs niet hadden misstaan op een ruwe demo van Swallow The Sun of Draconian.
De sound van Paysage D’Hiver is zo buitensporig en extreem dat deze eigenlijk niet te veel geanalyseerd zou moeten worden. Die Berge is een album dat ervaren moet worden. Het is een plaat die eigenlijk iedere logica tart: monotoon, eindeloos lang, schromelijk ondergeproduceerd en niet per se in balans qua verhouding tussen instrumentatie en zang. En toch – ondanks en misschien juist wel hierdoor – wordt de algehele esthetiek die de band wil uitstralen alleen nog maar meer versterkt. Neem de tijd voor dit album en zet het vooral niet op tijdens de eerste lentedag.
Tracklist:
1. Urgrund
2. Verinnerlichung
3. Transzendenz I
4. Transzendenz II
5. Transzendenz III
6. Ausstieg
7. Gipfel