Nee, we gaan geen grappen maken over de titel. Dat zou te voorspelbaar zijn en die term past juist niet bij de muziek van Haken. Beter gezegd: hoort er niet bij te passen, want niets lijkt de laatste jaren conservatiever te zijn dan de progwereld. Bovendien is de titel al verzonnen voordat er in China sprake was van de opkomst van het virus. Wat voor verrassingen heeft de Engelse progformatie in petto?
Niet veel, al zit je met name tijdens het uitdagende, meer dan tien minuten durende Carousel op het puntje van je stoel. Buitengewoon knap hoe de heren daarin de rode draad weten te bewaken met zoveel transities. Het gaat van prog metal naar jazz en van groovy headbangriffs naar kalme, melodieuze secties. Bovendien hoogstaand hoe ze met complex spel toch toegankelijk kunnen klinken. Het getuigt van zowel muzikaal vakmanschap als uitstekende kwaliteiten op het gebied van songwriting. Elk van de muzikanten valt op met zijn bijdragen, maar blijft in dienst van het geheel spelen. Vooral het gitaar- en drumwerk vallen in positieve zin op, maar in het rustige gedeelte komen ook de partijen van toetsenist Diego Tejeida en bassist Connor Green mooi naar voren.
Waar Carousel de veelzijdigheid van Haken toont, belicht het knallende, machinale en groovy Prosthetic de heavy en harde kant van de groep. De overtuigende en directe opener met vette riffs, fel drumwerk en een goed refrein kent zijn tegenovergestelde in het Leprous meets Tool and Devin Townsend-achtige Invasion. Daarin speelt melodie juist een prominente rol. Het ingetogen Canary Yellow met postrockelementen doet nóg rustiger aan. Het is de rustigste en meest toegankelijke track van de nieuwe collectie. Ross Jennings houdt zich tussen al het instrumentale geweld zeer goed staande. De zanger varieert voldoende en komt met zanglijnen die al snel blijven hangen.
Elk nummer heeft zijn eigen memorabele element of passage. In het atmosferische The Strain is dat bijvoorbeeld de fantastische, harmonieuze gitaarlead en in Invasion is het de climax. In laatstgenoemde stuwen zang en gitaarspel elkaar naar grotere hoogten. Van de vijfdelige, zware, soms symfonische kolos Messiah Complex vallen drie hoofdstukken op. Dat is allereerst het stevige, knappe, Dream Theater-achtige, tweede deel. Daarnaast zijn het speelse, aan Cockroach King refererende vierde deel (8 bit-geluidjes, blasts) en het Opethiaanse vijfde deel de uitschieters. Tegelijkertijd is de vooruitstrevende compositie, misschien wel de meest ambitieuze in de hele discografie, tekenend voor de wisselvalligheid tussen gave en minder opvallende momenten op dit zesde album.
Virus heeft echter elke fan wat te bieden. Diversiteit viert hoogtij. Het is deels een zowel muzikale als conceptuele voortzetting van Vector (2018), deels een combinatie van Haken’s oude en nieuwe stijl. De plaat is wat harder en directer dan zijn voorganger met wat minder nadruk op het toetsenwerk van Tejeida en wat meer nadruk op het metal- en gitaaraspect. Spreekt die minder poppy en zwaardere richting je aan, dan heb je er met Virus een sterke plaat bij in je collectie.
Tracklist:
1. Prosthetic
2. Invasion
3. Carousel
4. The Strain
5. Canary Yellow
6. Messiah Complex I: Ivory Tower
7. Messiah Complex II: A Glutton For Punishment
8. Messiah Complex III: Marigold
9. Messiah Complex IV: The Sect
10. Messiah Complex V: Ectobius Rex
11. Only Stars