En zo was een select gezelschap op een vrijdagmiddag getuige van een bijzonder intiem moment, waarin Lunn in zijn eentje, slechts gewapend met akoestische gitaar, het podium betrad voor de vuurdoop van dit subtiele, songgeoriënteerde materiaal. Tijdens het optreden vertelde hij over de achtergrond en oorsprong van de nummers. De uitgeklede sound en oprechtheid waarmee de nummers werden gebracht, zorgden voor kippenvel, ondanks de hitte in de zaal. Bij het Roadburn-publiek werd The Scars Of Man On The Once Named Wilderness I And II dan ook gewogen en geslaagd bevonden. Het is altijd de vraag in hoeverre de bijzondere setting van zo’n optreden de muziek naar een hoger niveau stuwt (Zeal & Ardor kan erover meepraten). Na een flink aantal luisterbeurten kan ik echter alleen maar concluderen dat The Scars Of Man On The Once Named Wilderness I And II ook op plaat een indrukwekkend en rijk document is geworden.
De eerste schijf bouwt voort op de sound die Panopticon vooral heeft ontwikkeld op Roads To The North (2014) en het uitstekende Autumn Eternal (2015): stemmige, diep in de natuur gewortelde black metal die enerzijds grimmig en onstuimig uit de hoek kan komen (denk aan het oudere werk van Wolves In The Throne Room) en op andere momenten juist melancholisch en zelfs lieflijk klinkt door de warme folk-instrumenten waarmee de sound is verrijkt. Zo combineert Blĺtimen razendsnel drumwerk met prachtige, meanderende riffs. Sheep In Wolves Clothing hakt er nog harder in met zijn messcherpe gitaarwerk en intense drumpartijen, die een onophoudelijk spervuur vormen.
Maar ondanks de agressie en felheid is Panopticon nooit een band die het alleen maar van hersenloos geraas moet hebben. Sfeer is een andere sleutelterm in de muziek van de Amerikanen. Alleen al het intro Watch The Lights Fade (bestaande uit akoestisch gitaarwerk en knapperend vuur) en het integere intermezzo A Ridge Where The Tall Pines Once Stood bevatten zo ontzettend veel sfeer en gevoel dat het moeilijk is om geen kippenvel te krijgen. Ook de gastbijdragen van Johan Becker op de viool (vooral in En Hvit Ravns Dřd zorgt hij voor een fraai intermezzo) en Tanner Andersson op de draailier en de ‘hammered dulcimer’ werken ontzettend sfeerverhogend. Deze eerste schijf is een ode aan de wildernis die zich in iedereen bevindt, al dan niet diep weggestopt onder vele lagen aan moderniteit en etiquette.
Terwijl de laatste tonen van Snow Burdened Branches naadloos overlopen in de openingsklanken van het twaalf minuten durende The Moss Beneath The Snow, wordt het afwijkende karakter van de tweede plaat al snel hoorbaar (hoewel de overgang ook de conceptuele eenheid lijkt te bevestigen). Waar het eerste deel met name de onstuimigheid en agressieve kant van Panopticon benadrukt, is dit tweede deel mijmerend, introspectief en vaak somber en melancholisch van karakter. Daardoor is dit deel misschien nog wel zwaarder dan de eerste helft van deze release, maar des te indrukwekkender. Uit de nummers spreekt een verlangen naar vervlogen tijden, waarin de wereld nog simpel was en de mens in harmonie leefde met de natuur. Dat zo’n verlangen waarschijnlijk een nogal geromantiseerd beeld van het verleden biedt, maakt de impact niet minder.
Neem het met banjogetokkel ondersteunde The Wandering Ghost. De track verhaalt over de worstelingen van zoveel jongeren in een van de armste gebieden van de staat Kentucky, die gedwongen worden huis en haard te verlaten om in een ver weg gelegen stad fabriekswerk te verrichten om het hoofd maar boven water te houden. Het is een prachtig, ontroerend eerbetoon geworden. Ook het minimalistische, weemoedige Four Walls Of Bone weet te raken door zijn integriteit. Het stemmige akoestische gitaarwerk biedt de juiste ondersteuning voor de persoonlijke, reflectieve teksten van Lunn, die ontdaan van alle opsmuk worden gezongen. En met het aan Johnny Cash-refererende Beast Rider, het anti-Trump protestlied The Itch (ŕ la Bob Dylan met een mondharmonica) en de donkere, King Dude-achtige afsluiter The Devil Walked The Woods laat Panopticon horen ook in uitgeklede variant bijzonder veelzijdig te zijn.
The Scars Of Man On The Once Named Wilderness I And II is een monument van formaat. Een album dat ondanks de twee gezichten een duidelijk geheel vormt en een duidelijke boodschap uitstraalt. Het is bovendien knap dat Lunn met twee uur aan materiaal de aandacht moeiteloos weet vast te houden. In het omvangrijke oeuvre van Panopticon neemt The Scars Of Man On The Once Named Wilderness I And II een bijzondere plek in.
Tracklist:
Disc 1
1. Watch The Lights Fade
2. En Hvit Ravns Dřd
3. Blĺtimen
4. Sheep In Wolves Clothing
5. A Ridge Where The Tall Pines Once Stood
6. En Generell Avsky
7. The Singing Wilderness
8. Snow Burdened Branches
Disc 2
1. The Moss Beneath The Snow
2. The Wandering Ghost
3. Four Walls Of Bone
4. A Cross Abandoned
5. Beast Rider
6. Not Much Will Change When I'm Gone
7. Echoes In The Snow
8. The Itch
9. At The Foot Of The Mountain
10. The Devil Walked The Woods