Er is vanavond geen voorprogramma. Gelukkig haast, want Transatlantic heeft natuurlijk meer dan genoeg materiaal om een avond mee te vullen. Hoewel de zaal al om zeven uur open gaat en het (voor een groot deel oude) publiek gestaag binnenstroomt, moeten we nog een hele tijd wachten. Iets voor half negen betreden de heren Morse, Portnoy, Stolt en Trewanas eindelijk onder luid gejuich het podium. Het ‘superkwartet’ wordt live bijgestaan door Daniël Gildenlow (Pain of Salvation), die verschillende instrumenten en achtergrondzang voor zijn rekening neemt.
De band opent vanavond met het nieuwe album The Whirlwind. Aangezien het album uit één lang nummer van 77 minuten bestaat, is het publiek direct een hele tijd zoet. Vanaf de eerste noten wordt duidelijk dat de chemie weer als vanouds van het podium spat. Het doet zanger / toetsenist Neal Morse zichtbaar goed om te zien hoe enthousiast Transatlantic na haar lange afwezigheid wordt onthaald. De stemming zit er dan ook bij de band direct goed in en vooral Morse en Portnoy zijn zichtbaar in hun element. Beiden staan opgesteld aan de zijkanten van het podium, dichtbij het publiek, maar met het gezicht deels naar elkaar. Het is prachtig om te zien hoe zij met slechts één blik elkaar perfect weten aan te voelen. Tegelijkertijd heeft Portnoy bij de rustigere passages van het epos ruimschoots de tijd om grappen en grollen met het publiek uit te halen.
Het is de typische, ongedwongen sfeer van een groep buitengewoon begenadigde muzikanten die dit Transatlantic-optreden zo bijzonder maakt. Ondanks de lengte van het nummer kan de band dan ook tussendoor al vaak op flink wat applaus rekenen. Aan het einde van The Whirlwind wordt de band zelfs getrakteerd op een minutenlange ovatie – en dat terwijl progrock-fans normaliter vrij ingetogen reageren tijdens concerten! De bandleden zijn duidelijk onder de indruk en Mike Portnoy geeft aan dat er even een kwartiertje gepauzeerd wordt, maar dat de avond wat hem betreft pas net is begonnen.
Tijdens de korte pauze is het duwen en dringen om even snel een alcoholische versnapering te bemachtigen en weer een plekje voor het vervolg te vinden. Daarna gaat het tweede deel van het optreden van start met het eveneens niet al te korte (30 minuten) All Of The Above , van het debuutalbum SMPT E. Ook nu is het weer smullen geblazen. Morse en Portnoy zijn buitengewoon op dreef en duidelijk de smaakmakers van vanavond, maar ook het heerlijk ronkende basswerk van Pete Trewanas en het sublieme gitaarwerk van Roine Stolt moeten niet uitgevlakt worden.
Toch is het juist Stolt die wat mij betreft voor het enige smetje op de avond zorgt, door de vocalen van de sublieme ballad We All Need Some Light volledig voor zijn rekening te nemen. Wie het nummer kent, kan niet anders dan concluderen dat het totaal geschikt is voor de warme, emotionele zang van Neal Morse. De CD-versie behoort dan ook wat mij betreft tot één van de mooiste ballads aller tijden. De zweverige, wat kille zang van Stolt past echter totaal niet bij het nummer, waardoor dit nummer voor mij een geweldige anticlimax is. Erg jammer!
Gelukkig is het maar een klein smetje op verder geniaal optreden, want met Duel With The Devil, Bridge Across Forever (gelukkig wel door Morse gezongen) en Stranger In Your Soul speelt de band de pannen van het dak. Het enige andere kritiekpuntje dat ik kan bedenken, is dat de aanwezigheid van Daniël Gildenlow vrij weinig toevoegt. Sterker nog: ondanks het feit dat hij een geweldig zanger en een prima muzikant is, vind ik zijn aanwezigheid in dit rijtje topartiesten van de buitencategorie zelfs ietwat storend. Het zijn al met al echter minimale kanttekeningen bij een geniaal concert, dat al met al bijna vier uur duurt. Het overgebleven publiek roept na het officiële programma namelijk zó hard om een extra toegift, dat de band na twaalven nog een extra Genesis-cover speelt. Daarna maant Portnoy de mensen om nu toch écht naar huis te gaan. Het is een memorabele avond geweest.