Na afronding van de trilogie De Doden Hebben Het Goed zou niemand vreemd hebben opgekeken als het Belgische Wiegedood de stekker uit de band zou hebben getrokken. Drie fantastische platen op rij in een relatief kort tijdsbestek, elk album bestaand uit vier intense tracks, gezamenlijk een conceptuele eenheid vormend rondom de verwerking van het verlies van een goede vriend. De cirkel is rond, de band heeft gezegd wat er te zeggen valt – en een verpletterende indruk achtergelaten. Het zou een logisch einde zijn geweest.
Toch is er begin 2022 een nieuw hoofdstuk. Zoals de titel van het album al duidelijk maakt, vormt het album een breuk met de voorgaande werkstukken. In vele opzichten heeft Wiegedood een gedaantewisseling ondergaan. There’s Always Blood At The End Of The Road kan daarom misschien wel gezien worden als de geboorte van Wiegedood 2.0: een nieuwe entiteit die ditmaal niet louter uit de beenharde black metal put, maar ook naargeestige samples, modderige, zware sludge, hyperintense post-black en Neurosiaanse post-hardcore aan zijn sound toevoegt. Het totaalpakket is hypnotiserend, vlammend en extreem: een ongebreidelde eruptie van neurotisch riffwerk en maniakaal opgefokte drumritmes, aan elkaar gekneed middels het niet aflatende, bezeten gekrijs van frontman Levy Seynaeve.
Waar de trilogie De Doden Hebben Het Goed primair zijn kracht ontleent aan de lange, hypnotiserende composities - die evengoed enorm intens zijn, maar tegelijkertijd relatief monotoon qua opbouw – barst There’s Always Blood At The End Of The Road haast uit elkaar van de plotselinge tempowisselingen. Als een mythisch wezen, waar vanuit ieder afgehakt hoofd nieuwe, meer vervaarlijke mutaties groeien, ontpoppen de tracks van Wiegedood zich tot veelkoppige monsters, die bij iedere verwrongen riff en neurotische overgang nieuwe nachtmerries oproepen. De bijna aanstootgevend harde productie die de plaat heeft meegekregen, geeft het geheel een nog hogere mate van extremiteit.
Het eerste trio nummers maakt de nieuwe sound van Wiegedood het meest duidelijk. FN SCAR 16, And In Old Salamano’s Room, The Dog Whimpered Softly en Noblesse Oblige Richesse Oblige zijn stuk voor stuk zeer intense tracks vol tempowisselingen en bikkelharde riffs. Om een indicatie te krijgen: denk aan een mengelmoes van Dodecahedron, het oudere werk van Deafheaven en Anaal Nathrakh. Alleen al in dit eerste kwartier stuurt Wiegedood 95% van de blackmetalbands als bibberende schoothondjes naar huis. Until It Is Not en Now Will Always Be lijken iets meer op de ‘klassieke’ nummers van de band. Ze zijn minder mathematisch en ‘klinisch’ in hun uitgevoerde precisiebombardementen op de oorschelpen, maar benutten in plaats daarvan weer meer de kracht van ijzersterke, repetitieve riffs en monotoon ratelende drums.
Na het korte Wade, dat met akoestisch gitaarwerk begint, maar eindigt in een luidruchtige noise-eruptie, horen we weer de nieuwe gedaante van Wiegedood. Nuages, Theft And Begging en Carousel komen namelijk weer als kanonskogels uit de speakers knallen door de vele tempowisselingen en adhd-achtige riffs, waarin post-blackmetalinvloeden nadrukkelijker dan ooit doorklinken. Naast Dodecahedron lijken ook groepen als Terzij De Horde, Bosse-De-Nage en Altar Of Plagues tot de invloeden van de band te behoren.
Ondanks de speelduur van amper drie kwartier laat Wiegedood de luisteraar uitgeknepen achter. There’s Always Blood At The End Of The Road is een meer dan geslaagde herrijzenis (hoewel de band natuurlijk nooit echt is weggeweest), waarop de Belgen meer dan ooit hun eigenzinnigheid laten horen. Een gelaagd, bikkelhard en compromisloos album, dat bij iedere luisterbeurt beter wordt.
Tracklist:
1. FN SCAR 16
2. And In Old Salamano’s Room, The Dog Whimpered Softly
3. Noblesse Oblige Richesse Oblige
4. Until It Is Not
5. Now Will Always Be
6. Wade
7. Nuages
8. Theft And Begging
9. Carousel