De naam Tool is al gevallen. Daarover zegt de band in de promotekst: “While we wait for that next Tool album, we thought we’d just make what we’d want to hear!” Elementen van die band hoor je dan ook veelvuldig terug. Het zijn met name bassist Mikko Määttä en drummer Santeri Saksala die daarbij veel punten scoren. Ze verrijken de muziek namelijk met tribal-ritmes, prima grooves en baslijnen, zonder daarbij de aandacht te veel af te leiden van de iets te glad geproduceerde composities.
Ritmisch is het dus een heel interessant album. Behalve Tool komen in de stevige fases ook grungebands in gedachten op. Waar James Lascelles in de rustige passages veelal een melodieuze stem heeft, komt hij rauw uit de hoek in de stevige secties en doet hij soms herinneren aan Chris Cornell. Dat laat hij direct horen in de fantastische openingstrack Vultures, die wisselt tussen een rustig couplet en een geweldige riff tijdens het memorabele refrein. Het is onmogelijk om stil te blijven zitten tijdens het beluisteren van deze gave, compacte compositie, die het hoogtepunt is van deze release.
In het tien minuten durende Wheel laat de gelijknamige groep alle kanten van zijn muzikale spectrum horen. Zo bouwt het progressieve nummer op met een instrumentaal gedeelte, waarbij de ritmesectie op de voorgrond treedt. Gaandeweg de track komt zowel de in-your-face-mentaliteit aan bod met een stevig refrein als het epische en atmosferische karakter dankzij de dromerige gitaarpartijen. Helaas kan het nummer niet over de hele lengte het euforische gevoel en de richting behouden. Ook het hardere Up The Chain (dat heel even doet denken aan The Mars Volta) had in compactere vorm meer indruk gemaakt.
In het sfeervolle Tyrant sluiten de verschillende passages beter op elkaar aan. Het dromerige, harmonieuze en bijna psychedelische gitaarspel in het begin krijgt een overtuigend, stevig refrein als vervolg. Meerdere ideeën blijven goed hangen. Halverwege keert de sereniteit terug met eenvoudige, maar zeer sfeervolle gitaarpartijen. Het nummer bouwt daarna op naar een stevige climax en een rustig einde.
In de stevige single Where The Pieces Lie excelleert, net als in veel andere nummers, het ritmische duo. De track komt qua stijl in de buurt van het oude Soen. Skeleton is een zeer prettig instrumentaal intermezzo waarin een baslijn de dienst uitmaakt en ruimtelijke gitaarpartijen voor een rustig klankentapijt zorgen. Dit nummer is opgebouwd rond een enkel idee en dat zorgt voor een prettige houvast. Lacking ontbeert eigenlijk weinig. De track bouwt goed op met tribalritmiek, een prominente baslijn en fluitende gitaarleads voordat de afsluiter een steviger slot krijgt.
Lacking is wel de term die in gedachten opkomt bij het totaaloordeel van het album. Het is net of de productie de kracht van de songs in te geringe mate openbaart en de muzikanten te veel hooi op hun vork nemen en de draad daardoor soms kwijtraken. Human is enerzijds een geslaagd visitekaartje van Wheel (net als beide ep’s overigens) met een aantal sterke tracks, maar er is beslist nog ruimte voor verbetering. Na het zeer overtuigende Vultures hoop je toch op meer vuurwerk. Met het musiceren is technisch niets mis, maar met een less-is-more-mentaliteit moet er op het gebied van songwriting nog meer uit te halen zijn.
Tracklist:
1. Vultures
2. Wheel
3. Tyrant
4. Up The Chain
5. Skeletons
6. Where The Pieces Lie
7. Lacking