Bij het horen van de woorden retro-rock, Berlijn en baardhaar denk je al snel aan de groep Kadavar. Deze woorden zijn echter ook prima van toepassing op Wedge. Deze retrorockers brengen in 2014 hun zelfgetitelde debuutplaat uit, die qua hoes ook nog eens opvallend veel lijkt op die van Kadavars Abra Kadavar. Dit alles zorgt bij mij voor een sceptische benadering van Wedge' nieuwste langspeler Killing Tongue.
Gelukkig blijken mijn twijfels niet helemaal terecht. Ondanks dat er wel degelijk muzikale overeenkomsten zijn, vist Wedge net in een andere vijver dan Kadavar. Waar de muziek van Kadavar toch meer de venijnige en rauwe kenmerken overneemt van de jarenzestig- en jarenzeventigrock, vaart Wedge een wat luchtigere koers. Het verschil zit hem al in de vocalen van Kiryk Drewinski. Deze zijn veel cleaner en toegankelijker dan die van Kadavar-frontman Christoph 'Lupus' Lindemann. Daarnaast is de productie ook behoorlijk gelikt.
Killing Tonque bevat een negental pakkende songs, die zich in een rap tempo in je hoofd nestelen. Bij vlagen liggen de invloeden er wel iets te dik op. In Tired Eyes flirt de groep bijvoorbeeld iets te nadrukkelijk met het basisgeluid van The Allmann Brothers. Ook is het orgelspel en de hoekige gitaarriff in de titeltrack wel iets meer dan een knipoog naar Deep Purple. Daar staan toch zeker wel zes prima rocknummers tegenover die deze plaat de moeite waard maken.
Wedge mag het qua gezichtsbeharing afleggen ten opzichte van Kadavar, muzikaal heeft de groep leuke dingen te bieden. Juist daarom lijkt het verstandig dat Wedge zich qua manier van presenteren iets distantieert van zijn landgenoten. Anders blijft de groep continu vergeleken worden met die andere band uit Berlijn.
Tracklist:
1. Nuthin’
2. Lucid
3. Tired Eyes
4. Quarter To Dawn
5. High Head Woman
6. Killing Tongue
7. Alibi
8. Who Am I
9. Push Air